Vrije wil

en kosmische wil van onze ziel

Wij komen met onze persoonlijke vrije wil vooruit, wanneer we die afstemmen op de kosmische wil van onze harmonische ziel.
Door Ludo Vrebos, gebaseerd op de boeken van Jozef Rulof.
‘Heeft de mens een vrije wil?’

Onze harmonische ziel

Heeft de mens een vrije wil?
Het filosofische begrip ‘vrije wil’ is een concept uit het aardse denken.
Het artikel ‘verklaring op zielsniveau’ onderscheidt in de boeken van Jozef Rulof twee verklaringsniveaus.
Naast het aardse denken gebruiken de schrijvers van deze boeken, de meesters, het zielsniveau.
De ziel heeft een wil met een kosmische kracht, maar die werkt meestal heel anders dan de wil van de menselijke persoonlijkheid.
De meesters hebben geestelijk-wetenschappelijk vastgesteld dat de wil van de ziel ingesteld staat op haar eigen harmonische evolutie.
Het artikel ‘harmonie’ licht toe dat de ziel van nature in harmonie is met al het leven.
De mens als persoonlijkheid is zich echter nog maar in beperkte mate bewust van deze harmonie.
Hierdoor kan hij door de inzet van zijn vrije wil deze harmonie verstoren.
Op dat moment zal zijn ziel corrigerend gaan werken, om de verloren harmonie met al het leven te herstellen.

Oorzaak en gevolg

Het artikel ‘karma’ licht toe dat wanneer een mens een moord begaat, zijn ziel in een volgend leven de verloren harmonie wil herstellen door de levenstijd terug te geven aan de ziel van wie het stoffelijke leven is afgenomen.
Op dat moment gaat de kosmische wil van de ziel de persoonlijke wil overheersen.
De ziel wordt zo sterk stuwend om de verloren harmonie te herstellen, dat de persoonlijkheid hier weinig tegenin te brengen heeft.
Als de persoonlijkheid toch geen gevolg geeft aan deze sterke stuwing van de eigen ziel, dan zal de stuwing van de ziel in een volgend leven alleen maar sterker worden.
Die stuwing zal zich pas terugtrekken als de harmonie hersteld is.
Het artikel ‘oorzaak en gevolg’ licht toe dat dit principe werkzaam is voor alle handelingen waarmee de persoonlijkheid een ander mens leed berokkent of in zijn evolutie hindert.
Hoe meer de mens zich richt op geweld, bezit, hartstocht en vernietiging, hoe minder zijn persoonlijke vrije wil hem doet evolueren.

Onze kosmische wil

De meesters werden pas ‘meesters van het licht’ nadat ze al hun karma en oorzaak en gevolg hadden hersteld, en ze in de lichtsferen in het hiernamaals elke gram hadden losgelaten van de persoonlijke wil die op het aardse bezit en het stoffelijke denken gericht stond.
Wanneer ze zich volkomen instelden op hun geestelijke evolutie en de universele liefde voor al het leven, voelden ze dat ze de kosmische wil waarmee hun ziel hun evolutie gestart was, bewust in handen kregen.
Toen ze zich instelden op het begin van hun evolutie, zagen ze dat de kosmische wil van hun ziel zo sterk was, dat die al vanaf haar eerste leven als cel de dood overwon.
Die kosmische wil bracht de eerste reïncarnatie zelf tot stand en stuwde zich daarna biljoenen tijdperken lang zelfstandig naar een hogere evolutie.
Toen begrepen de meesters dat ze de kosmische kracht van hun wil nog maar net hadden leren kennen, en dat ze aan het begin stonden van hogere kosmische levensgraden, waarvan de mens met een aardse persoonlijkheid zich nog niet eens een voorstelling kon maken.

Bronnen en verdieping