Gevoelsverbinding

met al het leven

Door een gevoelsverbinding kan de werkelijkheid en de waarheid van al het leven beleefd worden tot aan de grens van de eigen gevoelsgraad.
Door Ludo Vrebos, gebaseerd op de boeken van Jozef Rulof.
‘... onze eerste gevoelsverbinding in dit nieuwe leven, de verbinding met onze moeder.’

Waarheid

In het artikel ‘universele waarheid’ wordt gesproken over de gevoelsverbinding waardoor Jozef Rulof de universele waarheid van alles kan ontvangen.
Wat is dat voor een verbinding?
Hoe werkt die?
En waarom zou hij zo dé ultieme waarheid te weten kunnen komen?

Gevoel

In het artikel ‘gevoel’ wordt de totstandkoming van ons gevoelsleven gevolgd.
Ons gevoel is volgens Jozef Rulof opgebouwd door alle ervaringen uit dit leven en uit onze vorige levens.
Door alles wat we in onze vorige levens geleerd hebben, konden we in dit leven met veel gevoel beginnen.
Hierdoor hebben we een aangeboren aanleg voor alles wat we in onze vorige levens al geoefend hebben.
Voordat we opnieuw geboren werden, gingen we diep in slaap in de wereld van het onbewuste, waar al de ervaringen van ons vorige leven wegzonken naar de diepte van ons gevoelsleven.
Hierdoor hebben we in dit nieuwe leven geen bewuste herinneringen aan vorige levens, en zijn we weer klaar om nieuwe ervaringen op te doen.

Moeder en kind

Ons nieuwe leven vangt aan, wanneer we als ziel in de bevruchte eicel indalen.
Tussen de derde en de vierde maand in de moederschoot is ons nieuwe lichaampje ver genoeg ontwikkeld om ons gevoel via de hersenen te kunnen reguleren.
Dan worden we ‘wakker’.
Vanaf die tijd kan onze moeder ons voelen.
Niet alleen door de eerste lichaamsbewegingen die we maken, maar ook door onze eerste gevoelsverbinding in dit nieuwe leven, de verbinding met onze moeder.
Omdat we als ziel al een rijk gevoelsleven hebben, brengen we als ongeboren kind al gevoel in de eenheid met onze moeder.
We voelen elkaar aan, en zijn in gevoel met elkaar verbonden.
Wat onze moeder voelt en ervaart, krijgen ook wij te verwerken.
Als zij zich verdrietig of boos voelt, moeten wij dat ondergaan.
Als zij zich blij en opgewonden voelt, kan ze onze trappelende beentjes verwachten.
Sommige moeders voelen of we een jongen of een meisje zijn.
Ze kunnen ook het karakter voelen dat we uit onze vorige levens hebben meegebracht, en waardoor zij het rustig of zwaar zullen krijgen.
Doordat haar gevoel met ons gevoel vermeerderd wordt, kan zij zich ruimer voelen tijdens de zwangerschap, voller en rijker aan gevoel.
Wanneer wij dan geboren zijn, kan de moeder het moeilijk krijgen om dit plotse gemis van een ruimer gevoel te verwerken.
Na onze geboorte kan de gevoelsverbinding met onze moeder op een andere wijze voortduren, en voor vele mensen blijft dit hun hele leven lang.
Hierin speelt ook mee hoeveel we met elkaar al in vorige levens te maken hebben gehad, wat de sterkte van de gevoelsverbinding bepaalt.

Liefdesbanden

Wanneer we onze grote liefde in het nieuwe leven vinden, ervaren we een nieuwe gevoelsverbinding.
Voor dit leven lijkt het dan nieuw, maar de verbinding is al oud.
Meestal kennen we onze huidige levenspartner al van vorige levens, en is het huidige leven een voortzetting van onze vorige relatie.
Wanneer we een stuwing voelen om bij bepaalde mensen te zijn, dan is er reeds een verbinding van vroeger actief in ons gevoelsleven.
Als de relatie dan helemaal harmonisch is geworden, kan die onderdeel worden van de universele liefde die we aan het ontwikkelen zijn.
Als we een geestelijke band met iemand ervaren, is de gevoelsverbinding sprekende.
Dit kan zo ver gaan, dat men telepathisch gevoelens van elkaar kan ontvangen, zoals dat bij moeder en kind kan plaatsvinden.

Telepathie

‘Tele-pathos’ betekent het op afstand voelen.
Hiervoor is geen stoffelijke communicatie nodig, de overdracht van gevoel en gedachten gebeurt rechtstreeks tussen twee gevoelslevens.
Omdat de overdracht geestelijk plaatsvindt, hoeven de twee mensen zich niet in dezelfde fysische ruimte te bevinden, en speelt afstand geen rol.
Meestal vindt spontane telepathie plaats tussen mensen met een geestelijke band, tussen geliefden of tussen moeder en kind.
Maar het kan ook tussen onbekenden gebeuren.
En er zijn ook telepaten die het bewust inzetten om er geld mee te verdienen.
Die telepaat zoekt dan in een zaal de mensen uit van wie hij iets voelt.
Hij weet niet waarom hij van bepaalde mensen wel iets voelt, en met anderen geen contact kan krijgen.
Aan Jozef Rulof is uitgelegd dat dit te maken heeft met de ‘gevoelsgraad’ van de betrokkenen.
Deze graad van gevoel is de mate van liefde die de ziel in al haar levens heeft opgebouwd.
Tussen mensen met dezelfde gevoelsgraad bestaat een natuurlijke telepathie, omdat ze in dezelfde range van gevoelens leven.
Daarom zal de telepaat alleen die mensen kunnen gebruiken die tot zijn eigen gevoelsgraad behoren.

Oude Egypte

In de tempels van het oude Egypte werd de gevoelsverbinding bewust ontwikkeld en ingezet om het leven beter te leren kennen.
Zo leerde elke priester zich in gevoel te verbinden met bijvoorbeeld een dier, om te voelen wat het dier beleefde.
Hoe meer de priester zich in gevoel één kon maken met het dier, hoe meer hij het dier van binnenuit kon aanvoelen en begrijpen.
Om het dier rechtstreeks te kunnen aanvoelen, moest de priester zich eerst leegmaken.
Wanneer men vol is van eigen menselijke gevoelens en gedachten, is het niet mogelijk het gevoel van een ander wezen te beleven.
Het leegmaken is een kunst op zich, de priester wijdde zijn hele leven aan deze studie.
En dan nog bereikte hij niet veel, tenzij hij in zijn vorige levens al diepgaand aan deze concentratie had gewerkt.
Wanneer hij die concentratie op volle kracht had ontwikkeld, kon hij helemaal voelen wat een vogel beleefde.
De priester voelde zich dan vogel worden, hij kreeg het gevoel te willen vliegen.
Hij voelde dan net als de vogel hoe de vleugels te gebruiken om zich van de grond te verheffen.
Ten slotte slaagde hij erin om zich zo één te maken met een vogel dat hij die vogel kon laten vliegen naar de plaats die de priester in zijn concentratie vasthield.
Wanneer de priester zijn ontwikkelde concentratie op mensen instelde, kon hij niet alleen voelen wat die mens voelde en dacht, maar hij kon ook dieper afdalen in dat gevoelsleven.
Omdat in het gevoel alle vorige levens zijn opgeborgen, kon hij ook de vorige levens bij een ander volgen.
Zo gingen de priesters op zoek naar jonge kinderen waarbij ze ontwikkelde geestelijke krachten in hun vorige levens voelden, om hen voor een priesteropleiding naar de tempel te halen.
Door levenslange concentratie bouwde het oude Egypte zo aan begaafde priesters, in de hoop hiermee verder door te dringen in de ontsluiering van de geestelijke werelden voor en na de dood.
In hun wereldbeeld werd het leven na de dood geregeerd door goden.
Ze hoopten dat deze goden hun zouden inspireren om dieper in de levenswetten te kunnen doordringen.
De begaafde priesters mochten niets leren, zodat de inspiratie van de goden zuiver kon doorkomen, zonder vervorming door de aardse persoonlijkheid.
Was een priester eenmaal onder goddelijke inspiratie gekomen, dan moest hij zich in gevoel openstellen voor het wezen van een bloem of een boom.
Door de innige gevoelsverbinding gingen de priesters het leven van boom en dier, van zon, maan, sterren en planeten vertolken.
Zij voelden al dat leven tot zich spreken, en zij beleefden al die levensvormen als een persoonlijkheid.
Hierdoor werden vogel, bloem, steen, nacht, dag, uur, zon, maan, sterren en planeten goden in het Egyptische wereldbeeld.
Egypte zonk in dit godentijdperk weg en bleef daar eeuwenlang in.
Een stuk steen kreeg voor de Egyptenaar een goddelijke betekenis, alles kon met de priesters praten en kreeg de godenstatus toebedeeld.
En het volk ging al die goden aanbidden, omdat de enkeling nog geen grote mate van individueel bewustzijn had ontwikkeld.
Ook de priesters die al deze goden vertolkten werden als een godheid vereerd.
Niemand twijfelde eraan dat zij een geestelijke werkelijkheid vertolkten.
Maar de Egyptische priester kon niet aanvaarden dat hij geholpen werd door mensen die op aarde waren gestorven en nu in de geestelijke wereld hun kennis over leven en dood hadden uitgebreid.
Anders zou zijn eigen macht over de verschijnselen in gevaar kunnen komen.
De priesters wilden alles zelf beleven, en ze aanvaardden geen leiding van gestorven mensen, zelfs al waren dat ‘meesters van het licht’ die hen in geestelijk bewustzijn ver overtroffen.
De priesters vonden hun godenstatus te kostbaar, en genoten van de macht die hoorde bij hun beheersing van de geestelijke krachten.
Hierdoor betekende hun gevoelsgraad voor hen het halt, ze bleven hun eigen aanzien boven een geestelijke verruiming stellen.
Uiteindelijk verloren ze zich in hun macht, en werd de witte magie zwart.
Egypte verviel tot duisternis, en de hele cultuur werd afgebroken door de duistere krachten waaraan de priesters zich overgaven.
Geweld en bedrog kregen de overhand, en de ene na de andere tempel ging te gronde.
Uiteindelijk bleef alleen het weinige wat in hiërogliefen was opgetekend van deze grote beschaving over.
De Rozekruizers redden wat er te redden was, maar versluierden de waarachtige betekenis van wat de priesters ontvangen hadden.
Hierdoor werd deze geestelijke wijsheid een groot geheim, een mysterie van dood en leven.
De priesters hadden hun methoden in hun graf meegenomen, wat ervan overbleef was niet voldoende om te begrijpen wat hun gevoelsverbinding met al het leven aan wijsheid had opgeleverd.

Inspiratie

Ook voor en na het oude Egypte hebben de meesters van het licht vele mensen geïnspireerd die zich ingezet hebben voor de vooruitgang van de mensheid.
De meesters geven via een gevoelsverbinding met de mens op aarde die kennis door die de mens kan vooruithelpen.
Wetenschappers en kunstenaars kunnen er grote stappen door maken, de grootste ontdekkingen dankt de mensheid aan deze inspiratie.

Jozef Rulof

In het boek ‘Tussen Leven en Dood’ worden de vorige levens van Jozef Rulof in het oude Egypte beschreven.
Hij ontwikkelde zich daar tot de begaafde priester Dectar, die een innige gevoelsverbinding met al het leven leerde opbouwen.
Tijdens zijn laatste leven in Nederland als Jozef Rulof waren de gevoelsverbindingen de leidraad in zijn ontwikkeling.
Hij voelde een heel sterke geestelijke band met zijn moeder Crisje.
In zijn biografie ‘Jeus van Moeder Crisje’ wordt beschreven hoe zijn moeder hem in gevoel hielp om zich staande te houden.
Daarnaast was er ook een andere gevoelsverbinding actief, die opgebouwd werd vanuit het leven na de dood.
Zijn geestelijke leider Alcar zorgde ervoor dat Jozef in zijn jeugd geen schoolse kennis opnam, zodat zijn begaafdheid voor geestelijke gevoelsverbindingen in niets overheerst zou worden door wereldse kennis.
Wanneer Jeus op school een antwoord moest geven aan de leraar, dan haalde hij dat antwoord telepathisch uit de leraar, zodat de schoolse kennis geen seconde in zijn gevoelsleven werd opgenomen.
De gevoelsverbinding met Alcar is eeuwenoud, in het boek ‘Het Ontstaan van het Heelal’ worden de vele levens gevolgd die Jozef en Alcar samen beleefd hebben.
Ze zijn vader en zoon geweest, vrienden en rivalen, en door al die eeuwen heen hebben ze een innige gevoelsband opgebouwd.
Hierdoor vertrouwt Jozef Alcar volkomen, en kan hij zich aan zijn geestelijke leiding overgeven.
Tijdens de eerste dertig jaar van het leven van Jozef Rulof zorgt Alcar ervoor dat Jozef geen aardse geleerdheid opneemt, want die wereldse kennis is gebaseerd op het doorgeven van gedachten van een ander, niet op eigen beleving.
In de plaats daarvan leert Alcar Jozef het leven in al zijn verschijningen lief te hebben.
Door die universele liefde krijgt Jozef de fundamenten in handen voor de gevoelsverbinding met al het leven.
Wanneer hij het leven in liefde tegemoet treedt, kan dat leven zich voor hem openen.
Wanneer het lichaam van Jozef uiteindelijk op volle kracht is om geestelijke bezieling op te kunnen vangen, gaat meester Alcar de bewuste gevoelsverbinding tussen Jozef en al het leven versterken.
Alcar verbindt zich met een levensvorm, en versterkt dan dit gevoel in Jozef.
Zo gaat Jozef door Alcar het leven met een verhoogde gevoeligheid aanvoelen.
Tijdens een dergelijke bewuste gevoelsverbinding moet Jozef dan zijn eigen denken afleggen, anders kan hij het andere leven niet rechtstreeks aanvoelen.
Tegelijkertijd moet hij toch tot een zekere hoogte ook aan zijn eigen lichaam blijven denken, om dat van geestelijke kracht te blijven voorzien, anders zou dat lichaam bewusteloos geraken.
Wanneer Alcar Jozef verbindt met Moeder Water, krijgt Jozef het gevoel om water te willen zijn, om in het water af te dalen.
Als Alcar hem dan niet zou tegenhouden, zou Jozef zo het kanaal inlopen en verdrinken, omdat Jozef op dat moment vergeet dat zijn lichaam niet onder water kan ademen.
In het oude Egypte zijn vele priesters de Nijl ingelopen en verdronken, omdat zij de gevoelsverbinding op eigen kracht beleefden en die verbinding het eigen bewustzijn overheerste.
Wanneer Alcar de gevoelsverbinding met een vogel versterkt, voelt Jozef zich als een vogel.
Wanneer Jozef dan op een hoogte zou staan en in gevoel zijn vleugels zou uitstrekken, zou hij te pletter storten, omdat hij vergeet dat zijn aardse lichaam niet kan vliegen.
In het oude Egypte zijn zo vele priesters verongelukt.
Wanneer Alcar Jozef in een rosarium verbindt met een paar bloemetjes, voelt Jozef die bloemetjes tot zijn gevoel spreken.
Wanneer Alcar de gevoelsverbinding nog verhoogt, beleeft Jozef dit spreken nog inniger, alsof de bloemetjes ook woorden gebruiken om zich uit te drukken.
Alcar zorgt ervoor dat het gevoel van de bloemetjes zich tot geestelijke woorden vormen, zodat Jozef met hen een innerlijk gesprek kan voeren.
Doordat Jozef zo oplost in deze gevoelsverbinding, merkt hij niet dat er een man en een vrouw naast hem op de bank komen zitten.
Deze mensen zien de gevoelsverbinding natuurlijk niet, en horen Jozef in zichzelf praten, terwijl hij naar de bloemetjes staart.
Toen de man hem aansprak, besefte Jozef pas hoe gek het voor andere mensen moest lijken, en verbrak hij de gevoelsverbinding om in normaal bewustzijn de mensen duidelijk te maken dat hij nog nuchter kon handelen.
Wanneer Alcar zich met een ster verbindt, zorgt hij ervoor dat Jozef dat leven als een menselijk spreken ervaart.
Indien meester Alcar deze verbinding niet zou reguleren, dan zou het lichaam van Jozef dit niet aankunnen.
In deze gevoelsverbinding overheerst het ruimtelijke bewustzijn van het hemellichaam, en lost de wilskracht en persoonlijkheid van een mens op aarde volledig op.
Op eigen kracht zou het zenuwstelsel van Jozef dit gevoel niet kunnen opvangen, en zou hij op slag krankzinnig worden of in elkaar zakken.
Doordat Alcar de gevoelsverbinding reguleert op precies die kracht die het lichaam kan dragen, kan Jozef de ster aanvoelen en horen praten.
Meester Alcar durft deze gevoelsverbinding te openen, omdat hij weet dat hij daarna Jozef kan opvangen.
Wanneer Jozef over zijn ervaringen niet zou kunnen praten, zou de druk alsnog te hoog worden voor zijn zenuwstelsel.
Maar doordat meester Alcar en meester Zelanus met Jozef geestelijk praten en over zijn ervaringen boeken schrijven, krijgt de beleving van Jozef meer ruimte en kan hij deze machtige bezieling verwerken.
De meesters zelf kunnen deze gevoelsverbinding met al het leven makkelijker opvangen, omdat zij geen stoffelijk lichaam meer hebben dat kan bezwijken.
Daarom hebben zij pas in het hiernamaals deze gevoelsverbinding ten volle kunnen beleven.
Toen zij in het oude Egypte als priesters op aarde deze verbinding wilden beleven, verloren ook zij het aardse lichaam.
De meesters reguleren de gevoelsverbinding met al het leven, zodat Jozef elke vraag op een contactavond kan beantwoorden.
Als Jozef dat op eigen kracht zou doen, zou hij op datzelfde moment de concentratie op zijn lichaam verliezen en bewusteloos neervallen.
De meesters verbinden zich met elke levensvorm, om elke vraag waarheidsgetrouw te kunnen beantwoorden.
Zij praten niet buiten de levenswetten om, zij beleven op dat moment die wet en die levensvorm om de waarheid hierover te belichten.
De meesters leggen deze gevoelsverbinding op het niveau van de ziel, zodat de ziel van een levensvorm tot Jozef kan praten.
Hierdoor kan bijvoorbeeld een dier aan Jozef vertellen waar het vandaan komt, en welke evolutie het heeft gevolgd om tot deze lichamelijke vorm te komen.
Jozef kan dan hierdoor volgen waar het dier als ziel ontstaan is, en hoeveel levens het heeft beleefd om zo ver te geraken.
Als ziel heeft elke levensvorm haar volledige evolutie van haar ontstaan tot haar huidige stadium beleefd, daarom kan Jozef in een gevoelsverbinding deze algehele evolutie ook volgen en voelen hoe de ziel die evolutie heeft beleefd.
Door de verbinding beleeft hij die evolutie op dat moment in gevoel, zodat het geen verstandelijke kennis wordt, maar een doorleefd weten.
Meester Alcar laat hem zo beleven hoe de meesters zich de kennis van alle levensvormen eigen maken.
Hierdoor ervaart Jozef hoe zij hun geestelijk-wetenschappelijke kennis opbouwen.
Door de gevoelsverbinding weet hij ook dat deze kennis waarheidsgetrouw is, omdat hij de geestelijke werkelijkheid ervan op dat moment zelf beleeft.
Meester Alcar maakt hem duidelijk dat deze gevoelsverbinding pas op volle kracht beleefd kan worden door een meester die de vierde lichtsfeer van het hiernamaals heeft bereikt.
In de eerste drie lichtsferen moet men eerst nog al het aardse stoffelijke voelen en denken afleggen, want dit staat het beleven van een geestelijke eenheid met een ander leven in de weg.
Jozef ontvangt als aards mens deze ontzagwekkende wijsheid, omdat hij voor de ‘Universiteit van Christus’ dient.
Deze orde van meesters brengt de wijsheid op aarde, die de mensheid nodig heeft om geestelijk te ontwaken.
In de boeken van Jozef Rulof belichten ze de kern van deze wijsheid, maar pas later zullen ze hun enorme kennis uitgebreider kunnen doorgeven.
Hierdoor dienen ze hun mentor Christus, die tijdens zijn leven op aarde de volledige gevoelsverbinding met al het leven heeft ervaren.
Had de mens Hem toen kunnen begrijpen, dan had Hij toen al deze kennis op aarde gebracht.
Maar de mensheid was toen nog niet zo ver, daarom vertaalde Christus zijn boodschap naar het begrip van die tijd.
Hij sprak in gelijkenissen en bracht zo in liefde de natuurlijke wijsheid.
Christus sprak tot de zeven graden van het gevoelsleven, zowel tot de mens die weinig als tot de mens die veel liefde ter beschikking had.
En Hij sprak zowel tot de mens met weinig als met veel aardse kennis.
Hij gebruikte niet de normale stoffelijke taal, want dan zou het evangelie geen geestelijke kracht hebben gekregen.
Maar Hij heeft het leven ook niet op volle goddelijke kracht vertolkt, want dan had men Hem zelfs al eerder vermoord.

De Kosmologie van Jozef Rulof

De meesters leggen in de boeken ‘De Kosmologie van Jozef Rulof’ de bijzondere gesprekken vast die Jozef met al het leven voert.
Deze studieboeken veronderstellen het voorafgaande lezen van al zijn andere boeken.
De meesters hebben deze wijsheid op aarde gebracht zodat wij als lezer alle fundamentele levenswetten kunnen volgen en begrijpen.
Hierdoor kunnen we aanvoelen hoe machtig ons leven is, en vooral ook wat er in onszelf nog nodig is om tot die gevoelsverbinding te komen.
We kunnen zien hoeveel stoffelijk voelen en denken we nog moeten afleggen, voordat wijzelf die gevoelsverbinding met al het leven kunnen beleven.
Meester Zelanus drukt de toehoorder van zijn lezingen op het hart om niet zelf al op aarde deze gevoelsverbinding met zon en maan te willen beleven.
Tijdens ons aardse leven komt het er integendeel op aan om normaal te blijven denken, om te zorgen dat we met beide voeten op de aarde blijven staan.
Meester Zelanus zegt dat we ons niet hoeven in te beelden dat we een planeet kunnen horen praten, dat is buiten het hoogste mediumschap niet mogelijk.
Maar door de boeken van Jozef Rulof kunnen we nu wel al bedenken waar we naar op weg zijn.
Aangezien we door ons voelen en denken nu al de sferen van licht in ons gevoelsleven kunnen opbouwen, zijn we door het geven van liefde al aan het bouwen aan onze universele gevoelsverbinding met al het leven.

Bronnen en verdieping