Joodse volk
De beschrijvingen van het Joodse volk in de boeken van Jozef Rulof bevinden zich op het verklaringsniveau van het aardse denken.
Aards denken of zielsniveau
In het artikel ‘verklaring op zielsniveau’ worden twee verklaringsniveaus in de boeken van Jozef Rulof onderscheiden: het aardse denken en het zielsniveau.
De passages die op het aardse denken gericht zijn, bevatten woorden die aansloten op denkbeelden van de lezers in de tijd dat deze boeken geschreven werden, van 1933 tot 1952.
Zo zijn bijvoorbeeld passages over het Joodse volk opgenomen, omdat de lezers in die termen dachten.
De schrijvers van deze boeken, de meesters, hebben vanaf dit aardse denken een weg gebouwd door 27 boeken heen om te komen tot de verwoording van wat zij voor zichzelf als waarheid vastgesteld hebben, en dat is het wat ze uiteindelijk aan de wereld wilden doorgeven als een nieuwe zienswijze.
Hun eigen waarheid hebben ze alleen beschreven in het zielsniveau, dat zij meestal ‘de kosmologie’ genoemd hebben.
Op zielsniveau spreken ze niet meer over het Joodse volk of over andere volkeren, omdat op hun eigen verklaringsniveau het concept ‘volk’ niet bestaat, de ziel behoort namelijk niet tot een bepaald volk.
Elke menselijke ziel beleeft miljoenen reïncarnaties, wat toegelicht wordt in 30 artikelen over onze kosmische ziel.
Iedere ziel leeft hierdoor bij alle groepen mensen die wij verschillende namen hebben gegeven van volkeren en landen.
Maar op geen enkel moment behoort een ziel tot een volk, zelfs niet in het leven waarin de mens zichzelf als lid van een volk beschouwt.
Wanneer we het wezen van onze ziel gaan voelen, beseffen we dat het eeuwige leven in ons veel ruimer is dan wat men onder volkeren verstaat.
Dit betekent dat alles wat er in de boeken over Joden en andere volkeren geschreven is, niet de eigen waarheid van de schrijvers weergeeft, maar gericht is op het denken van de lezers uit die tijd.
De meesters hebben zich namelijk eerst gericht naar de concrete vragen waarmee hun lezers rondliepen.
Het individuele karma in de Tweede Wereldoorlog
Zo werd bijvoorbeeld in het boek ‘De Volkeren der Aarde door Gene Zijde bezien’ ingegaan op de prangende vraag van vele lezers waarom juist de Joden zoveel te lijden kregen.
Dit boek is geschreven tijdens de Tweede Wereldoorlog, te midden van de gruwelijkheden die door Hitler en zijn soldaten werden begaan.
Om een begin van een antwoord op deze vraag te geven, wezen de meesters eerst op het verleden van alle zielen die in de oorlog als mens hebben geleden.
De artikelen ‘karma’ en ‘oorzaak en gevolg’ verklaren hoe de levensomstandigheden die ons toevallen meestal te maken hebben met onze eigen handelingen in onze vorige levens.
Dit geldt niet voor een bepaald volk, maar wel voor individuele zielen die op een bepaald moment gereïncarneerd zijn.
Karma kan niet ontstaan omdat men ‘toevallig’ geboren wordt bij een zogenaamd volk.
Karma is individueel.
De ziel die voor karma naar de aarde terugkeert is stuwend om licht te brengen omwille van het eigen handelen in een vorig leven waarin die ziel zelf een voortijdig levenseinde van een andere ziel heeft veroorzaakt.
Men kan geen karma ‘erven’ van zijn ouders of van het volk waartoe de mens gerekend wordt.
Als er in de boeken gesproken wordt over het zogenaamde karma van het Joodse volk, is dat geen verklaring op zielsniveau, aangezien de meesters zelf niet in termen van volkeren denken.
Ze hebben in het boek ‘De Volkeren der Aarde’ deze vragen van de lezers niet geestelijk of ruimtelijk ontleed, dus niet op zielsniveau.
Ze hebben alleen een menselijke geschiedenis beschreven, om voor het aardse denken Hitler en de Tweede Wereldoorlog te verklaren:
Ja meneer, u hebt het gelezen, in ‘De Volkeren der Aarde’ gaan we er nog even op in.
Maar, u voelt wel, aan het laatste, die laatste twee pagina’s ...
Meester Zelanus zegt: ‘Ik moet tweehonderdduizend pagina’s schrijven over dit boek’, we hadden er zeven werken over kunnen schrijven, maar dat hoeft niet want het ging er alleen maar om: Adolf Hitler en die oorlog te verklaren, en dat God geen oorlog voert.
‘De Volkeren der Aarde’ is een boek, dat is niet geestelijk en nog niet ruimtelijk ontleed voor de mens.
Dat wil zeggen, men heeft door dat boek de ruimte nog niet ontleed, en de mens nog niet ontleed, dit is alleen maar de geschiedenis van de mensheid.
(Meneer in de zaal): ‘ ... een algemene geschiedenis.’
Een klein beetje geschiedenis als natuurwetten, goddelijke wetten.
En nu krijgen we Christus te zien.
Nu krijgen we te zien wat er achter de sluiers gebeurde.
Maar nu gaan we beginnen.
Nu straks ...
Vraag en Antwoord Deel 3, 1952
Als de ziel voor karma reïncarneert, dan is zij werkzaam om zichzelf weer in harmonie met het leven te brengen.
Dit heeft niets te maken met de zogenaamde groep waartoe zij volgens het menselijke denken zou behoren.
Er zijn geen Nederlandse zielen, Joodse zielen, Chinese zielen, of Amerikaanse zielen.
Op zielsniveau bestaat er geen volk, wat in het volgende citaat verwoord wordt als ‘God kent geen volk’:
U ziet dat altijd maar weer maatschappelijk, en dat is voor de mensheid, en dat is voor ons volk ...
God kent geen mensheid, God kent geen volk, en God kent geen mens, God kent alleen Zijn leven, en u bent léven.
Vraag en Antwoord Deel 6, 1951
Al die namen van volkeren en landen zijn door de mens bedacht.
Als ziel zijn wij echter direct afgestemd op de Albron:
Maar dacht ge waarlijk dat God in het Al Holland kende, en Frankrijk, Engeland, namen die u zelf hebt geschapen?
U hebt uzelf een naam gegeven van Piet, Hendrik en Klaas, maar u bent aan Gene Zijde een levensgraad als vonk, direct afstemmend op de Albron als God.
Vraag en Antwoord Deel 6, 1951
Wanneer de meesters op zielsniveau vanuit de ‘Universiteit van Christus’ spreken, lossen alle volkeren op:
Wat wij voor de Universiteit van Christus hebben vast te leggen, mijn broeders, is het volgende.
Aan Gene Zijde lossen de Volken der Aarde op!
De Kosmologie van Jozef Rulof Deel 5, 1944
Wie heeft Christus gekruisigd?
In het aardse denken kunnen bepaalde volkeren verantwoordelijk gehouden worden voor de kruisiging van Jezus Christus, zoals het Joodse volk en de Romeinen.
Wanneer de meesters op zielsniveau verklaren wie Christus vermoord hebben, dan verwijzen zij niet naar een volk, maar naar iedereen die de waarheid en de universele liefde van Christus niet wil:
En dan hoefde het christenkind zich niet te schamen dat de Messias aan het kruis werd geslagen.
Door het Joodse ras?
Nee, dat bent u zélf.
Nóg worden die dingen gekruisigd, nóg breekt u af, professor, dokter, omdat ge de waarheid niet wilt.
En nu is het voor de maatschappij niet zó erg, niet zó gevaarlijk, maar betreed nu eens de geestelijke werelden, het gevoelsleven, uw ziel, uw geest, uw universele persoonlijkheid.
Welk licht straalt er uit uw oog?
Wat is stilte?
Spreek nu eens, eindelijk eens ... door de waarheid, door dankbaarheid!
Lezingen Deel 1, 1950
Op een contactavond legt meester Zelanus uit hoe het gewelddadige gevoel in de mensheid geleid heeft tot de kruisiging van Christus.
Iedereen die het afbrekende en vernietigende gevoel naar anderen voeding geeft en daar naar handelt, zaait deze energie uit.
En wanneer veel mensen hiertoe overgaan, groeit dit tot een massagevoel waardoor vroeg of laat andere mensen vernietigd zullen worden:
Waarom heeft men de Christus vermoord?
Waarom?
Het hoogste bewustzijn, de liefste persoonlijkheid die op aarde heeft geleefd was Christus, en Die slachtte men af.
(Meneer in de zaal): ‘Men heeft Hem niet begrepen zeker.’
Niet begrepen?
(Meneer in de zaal): ‘Ze begrepen Hem zeker niet.’
Nee, ze waren wild.
De mensheid was erg wild.
Begrepen, dat staat duizendmaal hoger.
Indien u een mens (niet) begrijpt, dan vermoordt u de mens nog niet.
Ziet u, dat is het lagere bewustzijn.
En dat bewustzijn moet dat houvast nog hebben.
Ook al maakt de katholieke kerk daar van alles van, ook al zegt men: de Christus heeft door Zijn dood ons opgetrokken en Zijn leven gegeven.
Ja, dat zou de katholieke kerk wel willen.
Dat moet u verdienen.
En als u dat maar vasthoudt en begrijpt: zij hebben Hem vermoord.
Maar wij allen, indien we maar even verkeerd doen, dan zaaien we reeds het kwaad uit.
En vroeg of laat is het een massagevoel, en dan worden er mensen door gestenigd.
Vraag en Antwoord Deel 6, 1951
De persoonlijke haat van Hitler
De Tweede Wereldoorlog heeft een enorme ellende gebracht voor vele mensen.
Geestelijk gezien is de oorlog het gevolg van de vernietigende gedachten en handelingen die door vele zielen in vele levens zijn opgebouwd.
Daarom zijn niet alleen de oorlogsvoerders, zoals Hitler, verantwoordelijk voor deze uitbarsting van geweld.
Rondom Hitler trok heel veel vernietigende energie samen.
In het volgende citaat legt meester Zelanus uit dat Hitler hierdoor toch niet bezweek, omdat veel ellende in de oorlog te maken had met alle zielen die in hun vorige levens meewerkten aan afbraak en haat.
Die ellende had dan niet met Hitler als persoon te maken.
Echter, Hitler is wel degelijk persoonlijk verantwoordelijk voor veel ellende tijdens de Tweede Wereldoorlog die door hem ontketend is.
Hij heeft immers veel leed veroorzaakt dat niet toe te schrijven is aan de vorige levens van de betrokken zielen.
Zo is hij persoonlijk verantwoordelijk voor de marteling en vernietiging van velen die menselijk gesproken tot het Joodse volk gerekend werden, zonder dat dit tot het oorzaak en gevolg of het karma van de betrokken zielen behoorde.
Dit komt omdat hij in zijn eigen vorige levens een persoonlijke haat tegen het Joodse volk gevormd had, en die haat kreeg de overhand in zijn leven als Hitler:
Adolf Hitler draagt de ellende niet alleen, ook u helpt hem dragen.
Iedere ziel doet het, want dit is het oorzaak en gevolg van de massa.
Zelfs het ongeboren kind heeft schuld aan deze oorlog.
Of gelooft u nóg, dat de ziel slechts eenmaal op Aarde leeft?
Iedere ziel heeft miljoenen levens beleefd, en zo zal ook het pasgeboren kind het eigen leed en de eigen smart niet kunnen ontlopen.
Zo komt het, dat Adolf Hitler niet instort.
De oorlogsellende is door de mensheid zelf ontstaan.
Hij kán er niet door instorten, omdat uw leed hem niet aangaat, zomin als het een ander aangaat.
Alleen het leed en die smart, die hij schept buiten uw karma om, zijn voor zijn rekening.
Dat wat hij de Joden oplegt bijvoorbeeld.
Iedere marteling, die hij uit haat en hartstocht aandoet, valt op hem terug en wreekt zich op hem.
De Volkeren der Aarde door Gene Zijde bezien, 1941
In de artikelen ‘Caiphas’ en ‘Hitler’ wordt beschreven hoe hij in zijn vorige levens tot deze persoonlijke haat gekomen is.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog ging die haat zijn persoonlijkheid domineren, wat ontaardde in een genocide.
Elke ellende die hij zo gebracht heeft aan vele mensen buiten hun eigen oorzaak en gevolg om, valt op hem terug in de zin dat hij in zijn volgende levens voor de taak staat om dat leed bij de betrokken zielen om te zetten in geluk.
Gezien de enorme ellende die hij gebracht heeft, zal hij hiermee langer bezig zijn dan elke andere ziel op aarde.
Dit wil zeggen dat hij pas als laatste ziel deze aarde zal verlaten, nadat er niemand meer op aarde rondloopt die nog door deze ellende belast is.
Ooit zullen de meesters hem kunnen tonen wat hem wacht.
Dan pas gaat hij de zwaarte van het door hem geschapen karma aanvoelen:
Adolf ziet miljoenen levens voor zich, miljoenen geboorten en stervensprocessen van hemzelf, want Moeder Aarde houdt hem vast, hij moet helpen bouwen en de wetten van God ondergaan.
Hij zinkt, overweldigd door de zwaarte van het door hem geschapen karma, bijna ineen, hij sleept zich voort, hij gaat wroeging voelen.
Mijn hemel, moet ik miljoenen eeuwen op Aarde blijven?
Anderen zullen heengaan, verder en hoger, ik zal moeten blijven tot het laatst!
De Volkeren der Aarde door Gene Zijde bezien, 1941
De Universiteit van Christus
Alleen het zielsniveau bevat de eigenlijke boodschap van de meesters, en de uiteindelijke kennis die ze aan de wereld wilden doorgeven.
Die kennis gaat niet over Joden, Nederlanders of Chinezen, maar over de boodschap van Christus.
De meesters vestigden de ‘Universiteit van Christus’ op aarde om geestelijk-wetenschappelijke uitleg bij de boodschap van Christus te geven.
Die uitleg maakt duidelijk waarom er in het ‘heb elkander lief’ geen onderscheid naar volk of nationaliteit of godsdienst kan zitten, want die aardse benamingen vertegenwoordigen geen wezenlijk kenmerk van onze ziel.
Op zielsniveau richt de universele liefde zich niet naar Nederlanders of Joden, naar mensen of volkeren, maar naar het leven.
Wanneer we dat leven liefhebben en dienen waar we kunnen, dan laten we de Christus in onszelf groeien en worden we ons bewust van de kosmische kracht die we in wezen zijn.