Een goddelijk wonder
Wij bevinden ons in het middengedeelte van de Tempel, hier staat het gebouw, waarin het instrument is ondergebracht.
Bolvormig is het bouwsel, het is opgetrokken gelijk de ruimte.
Het straalt een blauw licht uit, het licht van de eerste sfeer, want de atmosfeer van het bouwsel heeft op deze hemel afstemming.
Zo we willen binnengaan, moeten we opnieuw een afsluiting verbreken, maar u weet reeds, hoe dit geschiedt.
De astrale afsluiting is nodig om het geheel voor iedere beïnvloeding vanbuiten te vrijwaren, zó gevoelig is het instrument.
Ik ga u er nu allereerst een en ander van vertellen, opdat u voorbereid bent als het technische wonder tot werking komt.
De gegevens ervoor werden uit het Al ontvangen, vertelde ik u reeds.
„Maak eerst een afsluiting, waar dan ook, want overal leeft de goddelijke aura, overal leeft de mens in Gods leven en ruimte.
Het instrument vindt zijn plaats in de eerste sfeer, omdat die afstemming met het leven op Aarde verbinding heeft.
Wij zullen de technische meesters helpen en onze vindingen aan u doorgeven.
God wil, dat dit wonder in de „Eeuw van Christus” op Aarde wordt gebracht.”
Op de plaats, waar wij nu staan, werd een astrale afsluiting opgetrokken, waarin het wonder zou worden gebouwd.
De andere gebouwen plaatste men eromheen en zo ontstond na een tijd het geheel, dat thans de Tempel der Medici heet.
Het geestelijk licht, dat we erin waarnemen, is als uw atmosfeer op Aarde, uw eigen uitspansel.
Ofschoon onze atmosfeer geestelijk en die van de Aarde stoffelijk is, zijn de betekenis en de kracht van beide één toestand.
Zo zijn ook ziel en stoflichaam één, door de ziel ontstond het lichaam.
Het instrument heeft dus op de Aarde afstemming.
Het moet natuurlijk nog verstoffelijkt worden.
Maar dit komt spoedig, andere vindingen zijn al door de meesters verstoffelijkt en thans in het bezit van Moeder Aarde.
Als voorbeeld hiervan noemde ik u reeds het röntgenapparaat en met dezelfde onfeilbaarheid zal ook het nieuwe wonder op Aarde worden gebracht.
Door het astrale leven is de Aarde verdicht, door die onzichtbare energie is al het stoffelijk leven ontstaan.
Hierdoor is het mogelijk iets van onze wereld te verdichten en op Aarde te construeren.
De hoofdkracht ertoe is de elektriciteit en ook die is reeds lang door de meesters aan de Aarde geschonken.
Bezien we nu het instrument eens nader.
U voelt zich hier in een observatorium.
Vele van de onderdelen, die we hier zien, zijn reeds op Aarde.
Alleen door deze omstandigheid is het de meesters mogelijk het instrument zo spoedig aan de Aarde te schenken.
Iedere vinding op elektrisch gebied houdt met dit wonder verband.
Als voorbeeld noem ik uw radio en uw televisieapparaat.
Aan de bouw van het wonder werkten astronomen, wiskunstenaars, natuurkundigen en technische geleerden mee.
Het zijn allen engelen uit de zevende sfeer, meesters in hun studie.
Zij zijn het ook, die het aardse leven in handen hebben en het voor u in de juiste banen leiden.
Eens bouwden zij, geïnspireerd door de Goddelijke bewoners van het Al, de piramide, dit ongelooflijke wonder, waarvan de raadsels tot in uw tijd nog niet zijn onthuld en waarin zij niet alleen de komst van Christus vastlegden, maar tevens het stoffelijk, geestelijk en goddelijk ontwaken van de enkeling, de massa en de mensheid voorspelden.
Als het hemelsblauwe licht, waarvan ik u sprak, straks verduistert, zullen wij het stadium van voor de schepping binnentreden.
Door het instrument worden we dan met het Al als onzichtbare wereld verbonden en komen we er als volwassen en bewuste mensen mee tot eenheid.
Ook in uw bewust aards leven bent u met het Al in verbinding, doch het is voor u niet mogelijk het duistere en onzichtbare Al terug te roepen.
Door dit technische wonder zou het echter kunnen!
Het instrument verbindt ons onfeilbaar met het eerste ogenblik van ons embryonale leven en voert ons die fase van onze evolutie weer binnen.
Doch niet alleen dit stadium, neen, al de miljoenen stadia, die wij als mens doorleefden, zijn hier op een schaal vastgelegd.
Het instrument toont ons een levensfilm, die alles van onze evolutie tevoorschijn brengt.
Wij in de sferen van licht keerden al vaker in ons eigen verleden terug, het draagt bij tot ons geestelijk ontwaken; ik vertelde u reeds van die reizen.
Maar nu is het een technisch instrument, dat die graden en stadia tot bewustzijn brengt!
Wel moet ik hieraan toevoegen, dat het wonder straks op Aarde anders werkt dan hier in de sferen.
Voor u op Aarde zal het niet worden aangewend om het verleden wakker te maken, maar zal het alleen en uitsluitend ingesteld zijn op het doen oplossen van ziekten.
De meesters benutten die mogelijkheid van het instrument om in het evolutieproces van de schepping de kringloop van de ziekten te kunnen volgen.
Om in de piramide de levensweg van de mensheid te kunnen vastleggen, berekenden de meesters eens de astrale en stoffelijke kosmos.
Voor het instrument geschiedde dit opnieuw.
Zo werd door hen het evolutieproces van de Maan, van de tweede kosmische graad en vervolgens van de Aarde berekend en zoals ik u zei, op een schaal vastgelegd.
Men zou haar een kosmisch uurwerk kunnen noemen, waarop het mogelijk is zelfs stadia af te lezen, die biljoenen jaren terug liggen.
Nu lag het ganse scheppingsplan van drie kosmische levensgraden voor hen open en konden de meesters het begin en het verloop van de aardse ziekten volgen.
Een belangrijke fase in hun werk was met succes beëindigd.
Toen toonden de Goddelijke mensen in het Al hun, dat het instrument ook de Goddelijke Aura zou kunnen verdichten.
Hierdoor zouden de aardse ziekten overwonnen kunnen worden.
Het inademen van de atmosfeer op Aarde is het verwerken van Gods energie.
In alles is die goddelijke atmosfeer aanwezig, zij is er stééds geweest.
Alles bij u is ontstaan uit het protoplasma, uit de Goddelijke Levensaura, in stoffelijke toestand verdicht.
Wij mensen ondergingen – uit God geboren en uit het Onzichtbare tevoorschijn getreden – de ene verdichting na de andere.
Zon, Maan, sterren en planeten, uw duisternis en uw stilte, het is alles uit het niets tevoorschijn getreden, uit het stadium van vóór de schepping, om hierna biljoenen verdichtingsgraden door te maken, bezield door de Goddelijke Oerkracht, die ook thans nog in haar ganse volheid werkt en nimmer kan oplossen, omdat zij onuitputtelijk is.
Zoals nu iedere graad van leven zichtbaar kan worden gemaakt, is het evenzeer mogelijk iedere levensgraad te verdichten.
En hiervoor kan het wonderbare instrument van de meesters zorgen!
U zult thans nog beter begrijpen waarom ik u het ontstaan van de schepping duidelijk maakte.
Immers, voor het verdichten van de Goddelijke Aura is het instrument op het Goddelijke Openbaringsproces ingesteld.
Ik verheel mij niet, dat het voor u als aards mens moeilijk is u uit deze beelden een voorstelling te maken van de geestelijke wonderen, die aan onze zijde op hun verstoffelijking wachten.
Zo oneindig vele wetten hangen met het wonder samen en het is mij in dit korte bestek niet mogelijk er uitvoeriger op in te gaan.
Toch heb ik goede hoop, dat u bij het verder lezen tot een beter begrip komt.
Vooraleer wij het instrument nu in volle werking zullen zien, vertel ik u iets over de onderzoekingen van de meesters.
Dat de meesters elk gewenst stadium van de schepping tot verdichting kunnen brengen, is u thans bekend.
Toch wenden zij het instrument alleen aan om de levensaura te verdichten.
Twee zielen uit de sferen van licht stelden zich voor hun proefnemingen beschikbaar.
Immers, zo de meesters een ziekte, laten we als voorbeeld de kanker nemen, wilden verdichten, dan hadden zij menselijke lichamen nodig.
De tweelingzielen, die de meesters hielpen en die wij straks, wanneer het instrument tot werking komt, naar voren zullen zien treden, wonen in de tweede sfeer.
Met het kleed, dat zij daar bezitten, konden zij de meesters niet dienen, wat u straks duidelijk zal worden.
Zij moesten dit kleed dus afleggen, wat eigenlijk een stervensproces is.
Hoe nu, zult u vragen, in het astrale leven kan immers van dóód geen sprake zijn?
Toch wel!
Ook aan deze zijde kunnen wij sterven, maar nu geschiedt dit astraal, hetgeen wil zeggen, dat wij naar een andere sfeer overgaan.
De mens bijvoorbeeld, die van het schemerland naar de eerste sfeer, of van de eerste sfeer naar de tweede sfeer overgaat, legt het lagere ik af, zoals u op Aarde het stervensproces beleeft en daarbij van het stoffelijke organisme scheidt, leggen wij de lagere persoonlijkheid af.
Terwijl wij op weg zijn naar de nieuwe wereld, veranderen wij en verliezen alles van het vorige bestaan.
Dit proces kan in een flits geschieden, maar meestal voltrekt het zich langzaam.
We treden bij vol bewustzijn uit die lagere persoonlijkheid, laten haar achter en zien dan geschieden, hoe zij geheel oplost en alleen dát ons volgt, wat wij van haar in het nieuwe bestaan nodig hebben.
De rest wordt weer astrale energie, zoals dat ook voor uw stoffelijke resten geldt, want voor God gaat er niets verloren.
Van dit astrale sterven maakten de meesters bij hogere ingeving gebruik.
Zij hadden twee menselijke aura’s als gestalten nodig en namen daardoor de afgelegde aura’s van de man en de vrouw, die naar de tweede sfeer waren gegaan.
Deze afgelegde persoonlijkheden kunnen nu niet oplossen, omdat zij voor ons instrument een taak hebben te vervullen en door de beide zielen, waartoe ze behoren, in het leven worden gehouden.
Zij zijn dus als de gestalten van de eerste sfeer, in niets zijn deze astrale organismen beschadigd, want verrotting is hier in het eeuwigdurend leven niet mogelijk.
Het opbouwen van een tweede ik is ook voor uw wereld bekend.
De Oosterse fakirs en magiërs verstaan deze kunst, ze bouwen door concentratie en geestelijke splitsing een tweede persoonlijkheid op, een astraal lichaam, dat in niets van het eigen stoffelijke verschilt, en laten dit zelfs handelingen verrichten.
Zouden wij, die als bewusten tot de astrale wereld behoren, deze stoffelijke en astrale wetten dan niet kunnen toepassen?
We doen het volmaakt, en zo kan het geschieden, dat twee zielen de verdichting beleven van hun afgelegde levens.
In dit halfstoffelijk verdichte kleed komen nu straks de zieke aura’s, de beide organismen zuigen haar in zich op en het instrument verdicht ze op zijn beurt, waarna de kanker duidelijk te volgen is.
Van deze ego’s kunnen de meesters dus prachtig gebruik maken om de ziekten van de Aarde te ontleden, door erin af te dalen komen ze ook in het verleden en kunnen nu scherp vaststellen, wanneer een bepaalde ziekte vat kreeg op de stoffelijke organen, het is het volgen van de graden in de ziekte.
En nu kan het machtige wonder, bestemd voor de „Eeuw van Christus” tot u spreken.
Al deze uitwijdingen waren nodig om u er iets van te doen begrijpen.
We zetten ons neer en genieten van een levensfilm, die kosmische en goddelijke diepte bezit.
Een zacht gezoem dringt tot ons door, het teken dat het instrument is ingeschakeld.
Het sferenlicht verduistert nu, de eerste sfeer lost op.
We worden thans met het beginstadium van de schepping verbonden en leven in een diepe duisternis.
Toch zullen we straks kunnen zien en alles duidelijk volgen.
Het instrument van de meesters schakelt het Nú uit en roept het Verleden terug, verdicht en belicht het volgens de graden, die wij mensen en ook het dier moesten beleven.
We hebben nu onze eigen levensafstemming afgelegd en worden verbonden met de ruimte.
Toch blijven wij bewust waarnemen.
We zien in het ogenblik, dat er nog geen leven bestond, er alléén duisternis was en God zich nog openbaren moest.
We ondergaan nu een ontzaglijke stilte, de stilte van voor de schepping.
Waar is een dergelijke machtige en heilige stilte te beleven?
Nergens op Aarde, of ge zoudt in de oceanen moeten afdalen.
Daar in die verborgen diepten heerst de stilte van voor de schepping, ook al is deze stilte dan miljoenenvoudig verdicht.
Heiligend is de stilte, die het instrument voelbaar maakt, ze voert ons weg van het bestaande en geeft ons een blik in de oneindigheid van God.
We voelen ons één met Hem en danken Hem uit de grond van ons hart, dat we dit wonder beleven mogen.
Het eerste leven, de eerste werking waren trillingen.
Die trillingen verspreidden zich door deze onmetelijke duisternis.
Dit ging miljoenen jaren door, waarin de trillingen al krachtiger werden en de eerste verdichting tot stand kwam.
En volmaakt als het instrument op het Goddelijke scheppingsplan is afgestemd, trekt het thans het volgende stadium aan.
Uit de trillingen zijn nevelen ontstaan.
We zien eerst zwakke dampverschijnselen, die zich meer en meer verdichten, zodat zich wolken vormen.
Miljoenen jaren is de schepping reeds oud en nóg is er geen menselijk leven te aanschouwen.
Dit leven zal echter eens uit deze wolken ontstaan en wij weten reeds, hoe dit zal geschieden, want ik voerde u al meermalen in dit boek naar de Maan terug om ons beginstadium te volgen.
Het instrument verbindt ons reeds met de Maan en voert ons het embryonale stadium binnen.
Uit de wolken is een verdichting tot stand gekomen en er scheidt zich water af, waarin duizenden cellen leven.
Ongelooflijke wonderen zien we voor ons.
En reeds sterft hij zijn eerste dood, tienduizenden zal hij er sterven en intussen evolueren.
De cel als embryo geeft zichzelf aan het andere leven en sterft.
De ziel komt vrij.
Waarheen voert de dood het innerlijke celletje?
We zien thans twee werelden voor ons, de stoffelijke en de astrale, geestelijke.
De ziel treedt de astrale wereld binnen en wacht daar om naar de stoffelijke ruimte terug te keren.
Deze ruimte verdicht en vergroot zich, de planeet Maan ontstaat.
Zij zet het Goddelijke werk voort, bezield door de Oppermacht.
Het celletje bereikt het visstadium.
De Zon voedt dit leven, geeft haar krachten aan al deze graden voor het stoffelijke embryo.
Zij wint meer en meer aan sterkte, zij steunt de Maan, die al haar kinderen als een Moeder verzorgt en deze vonken Gods het evolutieproces schenkt.
Het embryonale leven leeft in de wateren, de natuur zal eerst op de planeet Aarde het eindstadium hebben bereikt.
Met het visstadium heeft de mens op de Maan het hoogste bereikt.
Op de bijplaneten van de tweede kosmische graad zet hij z’n evolutie voort.
Het Goddelijke instrument verbindt ons ook hiermee en we zouden duizenden jaren kunnen kijken naar al die wonderen, maar dat is de bedoeling niet.
We moeten verder, terug naar het bestaande, naar onze eigen eeuw.
De mens nadert de stoffelijke werkelijkheid reeds, hij is tot een behaard wezen gegroeid, dat al rechtop gaat.
We gaan meer en meer de mens herkennen.
Miljoenen fasen moet hij doormaken, in het Goddelijke scheppingsplan groeit z’n organisme geleidelijk naar zijn vervolmaking, niets kan hier met rukken vooruit, niets is er maar ineens te beleven.
Het instrument verbindt ons met de planeet Aarde.
De vonk Gods zal daar thans het embryonale leven ontvangen.
De Maan werkte aan het zieleleven, de bijplaneten aan het organisme en Moeder Aarde zal thans dit organisme afmaken.
Het instrument laat ons duidelijk zien, dat wij in het Heelal leven.
Rondom ons zien we het aardse embryonale leven en hoog boven ons het hemelgewelf met sterren en planeten.
De Zon schijnt krachtig, nu behoedt de ziel het stoffelijke cellenleven voor vernietiging en vangt die ruimtelijke warmte op.
Alles in de schepping bezit een eigen betekenis en een eigen afstemming.
Niets kan er vernietigd worden, want God waakt over al het leven.
Zijn schepping krijgt kracht en kleur, graad na graad ontstaat.
Voor Moeder Aarde alléén kunnen we al miljoenen stadia volgen en beleven, vooraleer haar kinderen het hoogste hebben bereikt.
Door het instrument kunnen we elk gewenst stadium terugroepen en nader beschouwen.
Het prehistorische tijdperk zien we voor ons.
Grauw zijn de kleuren in de natuur, die nog bezig is zich te verdichten.
Al het leven is grof van vorm en gestalte.
Moeder Aarde is nog groeiende.
Ook het zonnelicht heeft nog niet de kracht, die het in uw tijd bezit.
De natuur wijst dit uit.
We zien hoe Moeder Aarde voortgaat, de lichamen van haar kinderen afmaakt.
De mens is op weg door de ruimte, gaat van planeet naar planeet, neemt het Al in bezit en keert terug tot God.
Verder rolt de kosmische film af.
Het menselijke organisme is gegroeid en verfraaid, het is zo geworden als God het Zich had gedacht, Zich heeft voorgesteld.
De natuur is weelderig in vorm en kleur.
Een technisch wonder openbaart ’s mensen gang van de duisternis naar het licht.
Al de vervlogen eeuwen en tijdperken worden erdoor teruggetrokken en verdicht.
De meester, die het instrument bedient, voert ons thans het leven na de dood binnen, het instrument wordt ingesteld op de eerste sfeer en de stoffelijke kosmos lost voor ons op.
Nu zullen we tevens met de ziekten worden verbonden en zal de kanker voor ons gaan leven.
De afstemming van het instrument is niet die van de eerste sfeer.
Zo dit het geval was en het niet hoger kon gaan, zou het geenerlei betekenis hebben voor de Aarde en ongeschikt zijn voor het doel van de meesters.
Immers, in dit geval zouden alleen zij erdoor geholpen kunnen worden, die deze afstemming nog niet hebben bereikt en dus tot het schemerland of de lagere sferen behoren.
De aardse mens, die door de kanker is aangetast en dezelfde afstemming heeft als het instrument, zou moeten ervaren, dat het op hem zijn heilzame krachten niet kan uitoefenen.
De afstemming van het technische wonder ligt daarom hoger en reikt tot de derde sfeer.
Nu is het mogelijk het lichaam te verdichten en te belichten, zodat de geleerden door het organisme kunnen heenzien.
De meester toont het ons!
We zien het licht van de eerste sfeer veranderen, het blauwachtige licht trekt weg en maakt plaats voor het violette levenslicht van de tweede sfeer.
En ook dit lost op en ons overstraalt het zilveren licht van de derde sfeer.
Hoger gaan is niet mogelijk en ook niet nodig.
Alle ziekten van de Aarde lossen op door de miljoenenvoudige kracht, die het licht van de tweede sfeer bezit.
Als deze ontzaglijke kracht door het zieke lichaam stroomt, houdt geen kwaal, hoe hardnekkig ook, stand.
Zij schept en verbrandt niet, zij is zuivere levensadem van God, het protoplasma, waardoor alles is ontstaan!
Wij weten thans, dat de ruimte werking is, kracht, en voortgekomen uit God.
Door die werking zagen wij het leven tot stand komen en vormen aannemen.
De krachten, die het organisme op Aarde bezit, werden van Moeder Aarde ontvangen.
De kosmische afstemming aan kracht en vitaliteit moet het aardse organische leven nog behalen.
Zo het dus mogelijk is de zieke mens met het instrument te verbinden, hem in een hoger leven op te trekken en hem op die wijze in contact te brengen met een atmosfeer die miljoenvoudig boven de zijne staat, dan móet zijn organisme van alle besmetting worden gezuiverd.
In de astrale energie, waarin wij leven, die loskwamen van de stof en de sferen betraden, kunnen geen ziekten of wonden bestaan.
Door die astrale energie zullen uw vreselijke ziekten verdwijnen, het instrument, dat haar u toevoert, trekt de aangetaste weefsels in een hogere wereld van kracht en levengevende vitaliteit op.
Onze geneeskracht hebt u op Aarde leren kennen, ik vertelde u ervan.
Maar wat is mijn levensmagnetisme in vergelijking met die van de ruimte?
Het instrument voert de Goddelijke energie door het organisme en is onschadelijk.
In niets kan deze kracht het lichaam aantasten.
Het betekent nieuwe vitaliteit, vreugde en geluk voor de mensheid, dit wonder van de Eeuw van Christus!
God wekt op, maakt wakker en wil geen ziekten.
Nu de mens het Al bereikte, komt hij terug naar de Aarde om er zegen en gezondheid te brengen.
Voor de zieken van de Aarde konden nu onderzoekingen volgen.
Hier krijgt u een beeld van de proefnemingen.
Voor ons staan nu de twee astrale persoonlijkheden, de ego’s, waarvan ik u sprak.
Doch dit zijn afgelegde persoonlijkheden, de eigenlijke persoonlijkheid leeft in de tweede sfeer.
Indien de ziekte thans met het instrument verbonden wordt, zal één van deze organismen de aura in zich opzuigen en weten wij meteen of de aura mannelijk of vrouwelijk is.
De proeforganismen worden reeds met het instrument verbonden.
Nu komt er leven in deze mens.
Wij zullen hen voor ons zien in het normale stadium, want het instrument voert dit afgelegde kleed op, door het instrument treedt dit leven het bestaande binnen.
De ogen kijken ons aan, ze zijn zonder bezieling, maar niettemin levend, en ze stralen het licht uit van de aura.
In welke toestand bevindt zich de zieke aura?
Dat zullen wij spoedig waarnemen.
De meester, die het instrument verzorgt, ontdoet de ziekteaura van de afsluiting.
Nu zoekt de aura zich een weg door de verschillende buizen, die wij waarnemen, en kruipt naar één van deze lichamen.
De uitstraling van de aura, nemen wij waar, is mistig, wazig, het licht van het schemerland.
De ziel als stofmens heeft dus afstemming op het schemerland en is daar binnengetreden, want deze aura is reeds enige honderden jaren oud.
Het is allemaal aan de uitstraling te zien en vast te stellen.
De aura is thans aan de voeten van het moederlichaam gekomen en klimt omhoog.
Er valt uit op te maken, dat deze aura bij het moederlichaam behoort.
Zij klimt hoger en hoger en nadert het onderlichaam.
Het lichaam is als op Aarde, als Eva staat deze ziel voor ons.
Levend en toch onbewust.
Maar werkelijk en natuurlijk, wij zien de bloedsomloop, horen zelfs de hartklop tot ons komen.
Wij zijn één met dit leven, het instrument heeft ons met dit wonder verbonden.
We vermoeden dat deze moeder aan baarmoederkanker is gestorven.
Dit veronderstellen wij, omdat de ziekteaura zich in het onderlichaam heeft vastgezet.
Zo er een ander lichaamsdeel besmet was geweest, zouden die weefsels de ziekteaura tot zich gezogen hebben.
Dat wil dus zeggen, dat zelfs de aura het eigenlijke instinct niet door de dood heeft afgelegd.
En dit is ook weer duidelijk en heel natuurlijk, omdat zij tijdens het leven op Aarde weggenomen is.
Ik zei zojuist, dat we vermóeden, dat hier baarmoederkanker is opgetreden.
We kunnen de ziekte namelijk niet duidelijk zien, doordat het organisme niet is belicht.
We merken slechts een donkere schaduw op.
Wanneer het instrument niet hoger zou kunnen gaan, hadden ook de meesters aan deze zijde niets verder van de ziekten kunnen vaststellen.
Maar het instrument is in staat ons naar de derde sfeer te voeren, zoals ik al zei.
De meester zal ons nog eens hierin optrekken.
Weer lost het licht van de eerste sfeer op, dat van de tweede sfeer overheerst aanstonds.
Het lichaam zal daarin worden opgetrokken.
Vóór ons geschieden wonderen.
Het menselijk organisme wordt doorschijnend, aanstonds zullen we de ziekte zelf kunnen waarnemen.
Naarmate we de tweede sfeer dichter naderen en haar licht aan kracht wint, worden de weefsels zichtbaar.
Thans is de tweede sfeer bereikt, het vrouwelijke lichaam is nu belicht en de ziekte verdicht.
Deze aura heeft de halfstoffelijke wereld aanvaard.
Nu is duidelijk vast te stellen, dat de kanker de baarmoeder heeft vernietigd.
Scherp zien we die verdichte massa, de door de kanker gezwollen weefsels, voor ons.
Het moet de vijfde graad van kanker zijn, waaraan de vrouw leed, we zien nog organen, die niet zijn aangetast door de besmetting.
Dit opzetten van de weefsels is de kanker.
Het is niet anders dan een natuurlijke verzwakking van deze organen, die het grootste en machtigste werk voor de voortplanting hebben verricht.
De aangetaste plaats is ontdaan van iedere vitaliteit.
Door het opzetten van de weefsels ontstaan de vreselijke pijnen.
Daar nadert een andere aura.
We zien, hoe het mannelijke organisme besmet wordt.
De aura klimt omhoog en nestelt zich boven de maag.
Nu komt het optrekken in de tweede sfeer, waarna wij de aura opnieuw kunnen volgen.
Het organisme van de man wordt doorschijnend.
De maag en darmen zichtbaar, het geheel is verlicht.
Wij kunnen nu reeds vaststellen, hoe de ziekte is geweest.
De man is gestorven aan maagkanker.
Om de slokdarm heeft zich een verdichting gevormd.
Dit is de kanker!
Maag en darmen zijn besmet, overal zien wij plaatsen, die deze verrotting hebben gekend.
Dit is het zesde stadium.
Het astrale lichaam wijst ons de weg naar de stoffelijke leeftijd.
De man is op achtendertigjarige leeftijd gestorven.
Tijd en geboorte zijn te volgen, het astrale beeld geeft de werkelijkheid weer, niets stoort deze natuurlijke belichting.
Voor zijn ziekte zijn geen kruiden gewassen.
Radiumbestraling doet de weefsels stikken.
Door deze kracht worden de gezonde weefsels buiten werking gezet.
Dat voert het organisme naar de dood!
Het licht verwaast weer, een andere aura komt zichtbaar.
Opnieuw zien wij het moederlichaam besmet en weer zet de kanker zich in de buikholte vast.
Deze ziekte heeft geen kracht genoeg om de weefsels tot verrotting te brengen, toch nemen wij dezelfde verdichting waar als bij de hogere graden.
De organen blijven in leven, de baarmoeder blijft intact, de bloedsomloop is echter iets gestoord.
Dit opzetten van de weefsels verwekt de pijnen, maar is niet dodelijk.
Deze moeder telt zestig jaren, de haren vergrijzen, de astrale gestalte neemt die stoffelijke ouderdom aan.
Het gehele organisme wijst ons naar die tijd.
Wonderbaarlijk is het beeld, deze mensen leefden eens op Aarde en zijn gestorven, maar bestaan toch in dit leven verder en komen tot werking door dit technische wonder.
De ziekte-aura bezit nog alle eigenschappen en geeft onfeilbaar deze karaktertrekken weer.
Dit zijn alle verschillende graden voor de kanker, ook de andere kunnen ons worden getoond, alsmede die graden, die het ene lichaam na het andere hebben besmet en tot één familie behoren, van ouder op kind en kleinkinderen overgingen.
En dan te weten, dat hier miljoenen ziekte-aura’s bewaard worden!
Toch hebben de meesters al die aura’s onderzocht, meerdere malen zelfs.
De ene meester volgde de andere op, zo werd dit gigantische werk voortgezet en tot een goed einde gebracht.
Hun instrument verdicht en belicht alle graden van de kanker en andere besmettelijke ziekten en wijst iedere besmetting aan.
Enkele graden lieten de meesters ons zien.
De derde graad, waarbij de algehele verrotting nog niet is ingetreden, maar waarbij de zieke toch wel ontzettende pijnen leed, doordat het aangetaste lichaamsdeel verdichtte, opzette.
Bij het voortgaan van dit proces zagen we in de hogere graden van de kanker, waar de verdichting een gezwel werd.
Het ene weefsel vreet nu het andere stuk, waarop de algehele vernietiging volgt, zonder dat de wetenschap er iets tegen vermag te doen.
De organen, die voor het organisme hard werk te verrichten hebben lijden het meest van de kanker.
In de oververmoeidheid van de weefsels ligt de mogelijkheid van de besmetting.
De aura’s, die hier bijeen gebracht zijn, horen allen volwassenen toe, want kinderen kunnen geen kanker beleven (meester Zelanus doelt hier kennelijk op bepaalde soorten kanker).
Hun lichamen moeten zich nog ontplooien.
Eerst op volwassen leeftijd manifesteert de ziekte zich en wijst dan duidelijk op verzwakking van de weefsels.
Kanker is aldus zwakte, een natuurlijke verzwakking van de kern, die Moeder Aarde ons schonk.
Voelt u dit?
Wij mensen hebben die verzwakking zelf veroorzaakt, doordat wij ons met de lagere stoffelijke graden hebben verbonden.
Bij de moeder is steeds de baarmoeder verzwakt en besmet, het orgaan, dat voor haar een enorme taak te verrichten heeft, bij de man zijn het de maag en darmen, die organen, die in het stoffelijke bestaan het meest te verwerken krijgen.
Niemand weet in zijn jeugd, wat hem te wachten staat, eerst op latere leeftijd begint de ellende.
Daarom zal het een zegen zijn, als het instrument van de meesters eenmaal op Aarde is.
Dan immers al zal het kind met de Goddelijke Aura, die het uitstraalt, verbonden worden, waarna het gevaar voor kanker en vele andere ernstige ziekten wordt voorkomen, wordt opgeheven!
Straks zullen de kosmische (krachten door de) geleerden opnieuw op Aarde worden gebracht en daar door hen verstoffelijkt worden.
Dit is de wil van onze Goddelijke Schepper!
Een korte behandeling slechts zal er dan nodig zijn om u van uw ziekten te verlossen.
U wordt met de oerbron, met de Goddelijke uitstraling verbonden.
Deze kracht is onmetelijk diep, zij heelt en bouwt op en ze is zacht gelijk de moederliefde, iedere stoornis moet erdoor verdwijnen.
Als uw diathermie zal deze goddelijke stroom het organisme van kracht voorzien.
De diathermie beleefde evenwel een stoffelijke verdichting, zij is niet te vergelijken met de levenskracht, die u uit de onmetelijkheid toevloeit, de kracht waardoor al het leven ontstond!
Zo zal ziekte na ziekte bestreden, geslacht na geslacht gezuiverd worden en hierdoor zal het geluk straks op Aarde wonen!
Ook de geleerde kan door dit instrument wonderen beleven.
Als een mens dan sterft en de geleerde diens stoffelijk overschot met de levensaura verbindt, zal het organisme niet tot verrotting kunnen overgaan.
Uw geleerde zal beseffen, welk een mogelijkheden hem dit biedt.
Hij zal thans sectie kunnen verrichten op een levend lijk!
De ziel, de persoonlijkheid is naar onze wereld gegaan, zijn stoffelijk lichaam echter leeft en dient de wetenschap, het wordt door de levensaura van het Goddelijk instrument in stand gehouden.
Er zullen er onder u zijn, die dit alles als fantasie beschouwen of, erger nog, als ónzin, maar zij dienen te beseffen, dat vindingen als uw telefoon, uw radio en televisie ook eens als fantastische onzin werden bestempeld.
Gods wil is het, dat al de wonderen, die ik u mocht profeteren, eens op Aarde zullen komen.
Bedenk ook, dat uw menselijk bewustzijn slechts aards is, de Aarde raakt en dat u, en met u alle geleerden, nog in de geest moet ontwaken.
Wat nu nog onmogelijkheden schijnen, zullen in de „Eeuw van Christus” dagelijks bezit zijn!
Aan deze zijde is te volgen, waarheen de mensheid gaat, anders had ook ons leven geen betekenis.
Hier is te zien hoe het geestelijk ontwaken op Aarde beleefd zal worden.
Zo wij vergelijkingen willen maken – en dit is nu mogelijk – dan kijken wij naar ons eigen leven.
Ons geluk zal eens het deel zijn van de gehele mensheid, het is het „Koninkrijk Gods” voor de Aarde!
Machtig zijn de wonderen, die Gene Zijde aan de Aarde te schenken heeft.
Tot nu was het niet mogelijk, ik legde u dit reeds uit, ze zouden niet worden begrepen en voor de vernietiging gebruikt, en daarenboven werden de nodige gelden niet beschikbaar gesteld.
Ongelooflijk zal echter deze eeuw tot het bewustzijn op Aarde spreken.
De waarachtigheid van ons leven eist dan de volle overgave van elk individu.
Veel zal juist Duitsland voor het oplossen van de kanker doen en daartoe bewuste zielen aantrekken.
Ik vertelde u reeds, waarom dit land deze begenadigde instrumenten onder zijn bevolking zal tellen.
Door zijn massa heeft het die afstemming.
Duitsland zal genieën voor het goede aantrekken, zoals het in de eeuwen als massaziel ook kunstenaars aangetrokken heeft, want dit is als één toestand te zien.
Het zal in de toekomst nog groter naam op wetenschappelijk gebied verwerven, dan het reeds bezit.
Maar dan gaat het hand in hand met de volken van (het Huis) Israël, er is dan wederzijds begrip, allen zetten zichzelf voor het goede in en beleven zo de heiligheid van de „Eeuw van Christus”!
Ik heb u in de voorgaande bladzijden een klein beeld willen geven van het instrument, dat eens alle ziekten van de Aarde zal doen oplossen.
Het ging mij er niet om u een complete beschrijving te geven van de ziekten zelf, de strekking van dit boek staat dit niet toe.
Wellicht staat mijn meester mij eens toe u een diepgaande ontleding te geven van het menselijke organisme en de bestaande ziekten, wat een boekwerk op zichzelf is (dit boekwerk is niet geschreven).
Toen de meesters bleek, dat de levensaura te verdichten was, ontstonden er door hen nog andere technische wonderen.
Over deze instrumenten wil ik u in een volgend hoofdstuk een en ander meedelen, want ook dit zijn vindingen, die de mensheid in de Eeuw van Christus gelukkig beogen te maken.