Grote genezers
Als twee zondaars verlieten wij mijn cel.
Ik vond Dectar heel stil en hij sprak geen woord tot mij.
Dan traden wij het gebouw, waar andere wonderen zouden geschieden, binnen.
Het zieke kind was reeds aanwezig.
In het vertrek hing een benauwde atmosfeer, die mij mijn ademhaling belemmerde.
Toen ik er even aan gewend was, kon ik wat ruimer ademhalen.
Dectar zei: „Om onze adem en deze atmosfeer te zuiveren, Venry.”
In gedachten dankte ik hem voor deze verklaring.
De meesters traden binnen.
Het kind werd op een rustbed gelegd.
Ik keek naar mijn Vader, doch het was mij niet mogelijk aan mijzelf te denken, mijn innerlijk leven was door een andere kracht geheel afgesloten.
Dan werd er begonnen.
Het kind bracht men in slaap, de ziel moest uittreden en dan was het stoflichaam gevoelloos.
Het astrale kind bleef al die tijd in die andere wereld.
Eén van de meesters trok een magische cirkel om ons allen heen; in deze ruimte leefden wij allen en die mocht niet verbroken worden, totdat de genezing was volbracht.
Dit was om alle gevaar uit te sluiten.
Deze gedachten kreeg ik van Dectar, doch wij allen waren nu van gevoel tot gevoel geheel één en met de meesters verbonden.
Niet één woord mocht hier gesproken worden.
Hetgeen ik nu zou beleven was machtig.
Wij allen volgden de ziel van het kind, het stoflichaam was reeds ingeslapen, doch de ziel was nog steeds wakker.
De innerlijke persoonlijkheid leefde nu in die andere wereld en wandelde in ons midden en verheugde zich, dat al die stoornissen waren opgeheven.
Voor het innerlijke leven waren er daar geen stoornissen, de ziel was nu vrij en weer normaal.
Aan het stoffelijke lichaam lag die stoornis vast en zou nu verwijderd worden.
Eén van de meesters trad nu uit zijn organisme.
Wij allen konden hem volgen en ik zag, dat hij het kind tegemoet trad.
Toen stelde de meester zich op het kind in en het innerlijke leven viel in slaap.
De meester sloot het zieleleven met zijn eigen aura geheel af.
Ik vond dit alles prachtig en heel natuurlijk.
Dectar trad naar voren.
Hij had het kind behandeld en zou het gezwel verwijderen.
Een andere priester had het hoofd met een krachtige zalf ingesmeerd.
Na korte tijd losten de hoofdharen op en kwam rond het hoofd de huid tevoorschijn.
Ik kreeg de verklaring hiervan en begreep ze.
Dectar smeerde nu andere zalven op het hoofd en wachtte af.
Ondertussen zette men spoelwater gereed, zo ook het verband van kunstig geweven stof.
Dectar voelde zich heel rustig en was voor zijn grootse taak gereed.
Alle priesters waren in diepe concentratie.
Dectar bewerkte nu het hoofd; door de kruiden en zalven was de hoofdhuid verweekt.
Al spoedig lag de hoofdhuid open en werd de schedel opgelicht.
De atmosfeer die ik voelde vond ik heilig.
Het was, alsof wij in de hemel leefden en de Goden hier aanwezig waren.
In een ademloze stilte had Dectar tot zover zijn werk voltooid.
Dan zagen wij de innerlijke organen bloot liggen en in werking.
Het gezwel was duidelijk waar te nemen.
Om het gezwel lag een vlies, dat van tevoren was gezien, zodat men begreep, dat geen seconde te vroeg of te laat was ingegrepen.
Door dat gezwel was het kind wezenloos en leed aan hevige hoofdpijnen.
Dit vlies had Dectar om het gezwel door zijn krachtige wil en concentratie en zijn genezende kracht heengelegd, zodat het gezwel voor uitbreiding behoed werd.
Ook dit vond ik een groot wonder.
Nu geschiedde het verwijderen van het gezwel.
Wij allen bleven in concentratie en zouden afwachten.
Het verwijderen geschiedde wonderlijk vlug.
Dectar hield het gezwel in zijn handen, toonde het aan de meesters en allen waren zeer verheugd.
Dectar was daarin een groot meester en ik bewonderde hem met alles wat in mij was.
Ongelooflijk vond ik deze genezing, onfeilbaar waren de meesters van Isis, allen dienden, allen waren als heiligen zouden zijn.
Machtig was de stilte, betoverend hun rust, en hun kennis van al deze wetten overstraalde al het menselijke in hen.
Ik zag een meester, een mens in vol bewustzijn, een begaafde, zijn dienen bracht hem het grootste geluk.
Men verbrandde nu sterk ruikende kruiden en deze damp vulde de ruimte.
De meesters verklaarden al deze verschijnselen, waardoor ik veel leerde.
Eén voor één verbonden zij zich met mij, op deze wijze werd er gesproken.
De schrijvers tekenden alles op en ook dit werd bewaard.
Inmiddels had Dectar de schedel op zijn plaats teruggebracht.
Nu werden weer andere kruiden gebruikt.
Eerst werd het gehele hoofd ingesmeerd, daarna werd het hoofd verbonden.
Toen bracht men nog een buitengewone zalf over het verbonden hoofd aan, voor het verdichten van de hoofdhuid.
De natuur zorgde voor algehele genezing.
In alles waren de meesters gereed; voor iedere ziekte, hoe dan ook, had Ardaty kruiden gekweekt.
Sommige kruiden werden als natuurlijk gif gebruikt, een andere zalf verbrak deze wetten en ontnam alle kracht aan de weefsels, wat ik zo-even had waargenomen.
De hoofdhuid was daardoor elastisch geworden.
Men kende hier honderden soorten kruiden en al die kruiden werkten onfeilbaar, ook hierin was het volmaakte bereikt.
Voor dood en leven bezat men zalf, kruiden en vergif.
Toen Dectar zover gereed was gekomen, riep men de ziel van het kind tot het stoffelijke lichaam terug.
Maar het kind mocht niet wakker worden en zou geruime tijd in slaap blijven.
Alle priesters bleven in directe verbinding met het kind, doch Dectar behandelde de jongen.
Als de genezing volmaakt was, hield men met concentreren op, allen werkten mee, wanneer het een buitengewone toestand was.
En deze was bijzonder.
Eerst daarna keerde de meester in zijn eigen lichaam terug en was deze zitting voorbij.
Er kwamen nog andere zieken, ook zij werden geholpen.
Het kind lag daar roerloos, maar over ziel en stoflichaam werd gewaakt.
Gaven en natuurkrachten, wijsheid en verstand, gevoel en intuïtie waren in deze Tempel tot één geheel verenigd.
In het kind was rust, ziel en lichaam waren in harmonie.
De jongen werd nu naar een andere zaal gebracht.
Dectar verwijderde zich met het kind en zou tot mij terugkeren.
Andere zieken werden nu geholpen.
Bij een oude man, die ongeveer dezelfde stoornissen bezat, verwijderde men een gezwel, maar op andere wijze.
Hiervoor was geen verwijderen van de schedel nodig.
Toen hij zich had neergelegd vroeg de Vader van Isis ons allen, om het proces te volgen en de diagnose te stellen.
Wij allen zagen slechts één toestand en waren daarin onfeilbaar.
De ziel van deze mens bleef in het organisme, men bracht hem in het halfwakend bewustzijn.
In zijn hoofd lag een verdikking en deze kon thans worden verwijderd.
Een meester zou deze zieke genezen, doch hij werd nu door al de meesters geholpen, want hiervoor was massa-concentratie nodig.
Alle priesters stelden zich op de zieke in.
De priester, die de man had behandeld, maakte verschillende passen over het hoofd en daarmee hielp men hem.
Op één punt was deze massa-concentratie ingesteld.
Langs zijn linkeroor zag ik een verdikking komen.
Op die plaats had men een zalf gesmeerd, die de huid verweekte.
Die verdikking werd steeds groter, totdat de huid vaneen scheurde en de etter tevoorschijn kwam.
Een wonderlijke genezing zag ik geschieden.
Opnieuw maakte de priester lange passen over het hoofd en voerde de etter naar de opening achter het oor.
Tot viermaal toe zag ik een verdikking.
Dan was al het vuil verwijderd en was de man genezen.
Ik vond het wonderbaarlijk.
De zieke keerde tot zijn eigen bewustzijn terug en ging heen.
Vele zieken werden er op deze middag geholpen en genezen.
En al die mensen vonden het heel gewoon, want de priesters van Isis waren daarin machtig.
Dectar keerde tot ons terug, doch de Vader van Isis riep hem tot zich.
Een tijdlang sprak de opperpriester tot hem, doch ik kon hen niet volgen, voor mij waren beiden afgesloten.
Allen gingen heen.
Dectar keerde tot het kind terug, ik kon mij verwijderen.
* *
*
In mijn cel gekomen, rustte ik wat uit.
Hoe prachtig was alles, dit waren wonderen.
Ik begreep alles, al dit machtige, ver, heel ver waren zij gevorderd.
Door de gevleugelden hadden zij deze wijsheid ontvangen en het meesterschap van Ardaty gaf aan hen die macht.
Maar allen hadden gaven, waren zieners en ontwikkeld.
Het waarnemen van al die ziekten was echter de hoofdzaak.
Zij wisten van tevoren, wat zij moesten en konden doen, of zij deden niets.
In korte tijd had Dectar dit wonder volbracht.
Aanstonds zou hij tot mij komen en dan wilde ik hem vragen stellen, want gaarne wilde ik weten, wat hij tijdens zijn prachtig werk voelde.
Ik zou willen weten of hij inwerking uit die andere wereld aanvaardde, of dat hij zich alleen op de meesters instelde en vele andere vragen meer.
Ik verlangde reeds, dat hij tot mij kwam.