God als het Leven
„Dát wordt stoffelijk én geestelijk leven, mijn meester.
Wat heeft nu ons leven te betekenen?
Dat wij door ons leven de Goddelijke levensgraden vergeestelijken en verstoffelijken.
Door moeder en vader te zijn.
Dat is hetgeen André ontving en hij beleefde, ook ik ben met die wetten verbonden.
Het leven is werking, stuwing en bezieling en vertegenwoordigt een Goddelijke wet als de menselijke en dierlijke zelfstandigheid.”
+ +
+