Bezwijken

september 1947

Artikel in het veertiendaags tijdschrift Evolutie van Stichting De Eeuw van Christus laatste editie september 1947.

‘Schep geen genoegen in het bezwijken van een mens; morgen bezwijkt u zelf’

Meester Alcar
Indien u de menselijke geschiedenis kent, de stoffelijke en geestelijke opbouw hebt gevolgd, weet u, dat de maatschappij waarin u leeft door de bezielden van geest gestalte kreeg, de enkeling, die diep voelende, geïnspireerde mens, die door leed en smart, de inzet van zichzelf, door bloed en tranen zijn taak heeft moeten verrichten.
Vanaf het ontstaan van de mensheid is dat zo geweest.
Voor welke volken zij hebben gediend, de sekte waartoe zij behoorden, hun opkomst en levensgang, hun leer, dat alles ligt vast en voor de mensheid bewaard.
Doch allen gingen door een… hel van wanbegrip, afbraak, domme maar bewuste verwaandheid, onmenselijk voelen en denken, waarvoor zij zich zagen geplaatst.
Toch gingen zij verder om hun taken af te maken en traden na hun dood het ‘eeuwige leven’ binnen.
Nu zagen zij zich bevrijd van al de tegenstand, vuil bedrog, laster, hun geestelijke leven straalde hen tegemoet.
Zij zagen hun ‘inspiratie’ waarvoor en waardoor zij hadden gediend voor zich als een ‘Mens’, het was een Geest van het licht, een Engel.
Zij lagen neergeknield aan de voeten van hun meesters, doch konden thans vaststellen, dat zij het waarachtige ‘Licht’ hadden gediend.
De meester sprak en zei: ‘Ziet u thans, begrijpt u nu, waardoor de anderen zijn bezweken?
Ook zij dachten te dienen, maar zij dienden zichzelf!
Niet ‘HEM’, die voor ons allen op ‘Golgotha’gestorven is.
Zij dienden helaas zichzélf!
Ga met mij terug naar de aarde, want het is daar, dat ik u de wetten van God verklaren zal.
Het is daar, mijn broeder, dat u in uw eigen leven zult terugzien en voor welke wetten u hebt gediend, maar vooral, welk kwaad uw tempel in brand gestoken heeft.’
De leerlingen van de meesters konden nu vaststellen waarvoor zij hun levens hadden ingezet.
Zij begrepen, dat zij hadden gezegevierd over al het kwade!
Kent u hen niet?
Ga terug met mij naar het oude Egypte.
Velen van hen zijn er daar gevallen, slechts enkelen hielden zich staande.
Zie op tot Pythagoras, uw Rudolf Steiner en anderen, hun tempels werden door hun leerlingen, laag bedrog en laster in brand gestoken.
Maar deze geïnspireerde zielen gingen verder, zij dienden Christus!
Zij hebben hun levens ingezet voor het ‘eeuwigdurende licht’, de vonk Gods, voor ‘liefde en rechtvaardigheid’, geluk, een betere ‘mensheid’!
Zij brachten een ‘Vader van liefde’!
Zie die duizenden verkoolde lichamen, zie deze mensen, die voor walgelijk bedrog, menselijke kleinzieligheid stonden, die voor zichzelf en hun volgelingen een weg moesten banen tot Golgotha, doch die door de ónbewuste ziel werden gesmoord.
En dat geldt ook voor uw tijd … ook óns ‘instrument’ – André Dectar – Jozef Rulof, gaat diezelfde weg.
En hij wéét het!
Maar hij kan zijn strijd aan, niets houdt hem tegen, niets!
Hij wéét welke machten en krachten zijn leven inspireren.
U voelt het zeker, uw eigen tijd is niet anders.
Maar de ‘Hemelen’ spreken tot uw leven.
Wij hebben dat door ónze lezingen aangetoond, door de boeken, door zijn leven bevinden wij ons thans in uw midden.
En opnieuw, afbraak, volgelingen bezwijken en voelen zich geroepen nu reeds de ‘Tempel’ in brand te steken, ook al moeten wij nog aan de opbouw beginnen.
Zij echter breken de reeds gelegde fundamenten af en denken goed te doen, doch zien niet, dat zij daartoe de krachten niet bezitten.
U leeft in het jaar 1947, niet meer in een prehistorisch tijdperk!
Heeft u tijdens uw laatste oorlog dan ‘niets’ geleerd?
Heeft ál dat leed, die smart, die afbraak, uw honger en ellende, uw menselijke hart niet kunnen openen voor het goede?
Klein gedoe, zélfbewustzijn, zieligheid en het zoeken naar zichzelf zijn het, waarvoor zij hun levens willen inzetten.
Is dat ‘evolutie’?
Zijn dat de aspecten die u moeten leren het hoofd te buigen?
Denkt u op deze wijze ‘Golgotha’ te betreden?
‘HEM’ te kúnnen dienen?
Ik zal heel kort zijn.
Mij is opgedragen om u… lezers van ‘Evolutie’, vanuit de sferen van licht voor te bereiden op een afscheid dat u niet hebt gewild.
Dit is uw… laatste… ‘Evolutie’.
Door dit contact voelde u zich met de hemelen verbonden, althans hen, die zich volkomen openden voor ónze leer.
Door dit contact stond uw leven in het hart van ‘Hem’, waarvoor wij allen leven.
En dat contact is nu verbroken.
Maar André Dectar gaat verder.
De hoogste meesters wilden dat u allen kleur zoudt bekennen.
Ook wij hebben dat gekund, het heeft ons eigen ‘ik’ gekraakt, doch wij zegevierden over zwakte, gemak, ijdelheid, hovaardij en nietszeggende drukte; wij stierven de stoffelijke dood bewust voor ‘Hem’, of wij hadden nimmer ’ZIJN’ Goddelijk licht mogen aanschouwen.
Wij werden gehangen voor ‘Hem’, onze leer, het goede en hogere te brengen op aarde, het kind van God te dienen!
Wij zijn gekastijd, gemarteld, maar wij aanvaarden dat vreselijk geweld, omdat onze harten in de geest waren ontwaakt.
Maar wij waren géén mensen meer toen wij de sferen van licht betraden, wij wáren ‘liefde’ geworden!
Wij evolueerden, wij hadden ‘Evolutie’ op aarde gebracht, wij begrepen nu, door laaghalend gezoek, neerhalende, afbrekende mentaliteit, zijn geen sferen van licht in menselijke harten op te trekken; wij hadden het waarachtige ‘goede’ gevolgd en lagen neergeknield aan de voeten van onze meesters.
Wij hadden onze hoofden gebogen en kleur bekend, wij wisten, alléén hierdoor hadden wij ons staande gehouden.
Elkeen van u moet zichzelf volkomen willen geven of de sferen van licht roepen ook voor uw leven het ‘Goddelijke’ halt uit.
Ook aan uw leven wordt gevraagd welke wetten u dienen wilt; ook aan u vragen wij thans het hoofd te buigen of u zult moeten aanvaarden, dat u alleen gelaten wordt, omdat u ‘HEM’ niet dient, doch afbreekt!
Ik vraag u echter, hoe is úw toestand?
Hoe is uw denken en voelen geweest tijdens ons heengaan, ons harde werken in Amerika?
De zwakken gingen twijfelen, zij waren alleen gelaten, een korte tijd waken konden zij niet.
Ze bezweken even later.
Persoonlijkheidjes knakten af, braken zichzelf.
Maar ook nú kraait de Jeruzalemse haan voor hun levens.
En heb ik u niet gewaarschuwd tijdens ónze inwijdingsavonden.
Overtuigde ik u niet van de dingen die zouden komen?
Velen onder u hebben thans kleur bekend, ze bezweken, ze zijn gewogen en te licht bevonden.
Anderen stonden als rotsen in de branding, het waren juist de minst opvallenden; de kleintjes?
Dít is uw laatste ‘Evolutie’, één contact moeten wij verbreken.
Wellicht voor korte tijd, niet voor ons leven, wij hebben óns contact stevig en sterk in eigen handen, wij gaan verder!
Wij spreken niet meer tot uw leven door ‘Evolutie’, u kunt echter André’s lezingen blijven volgen, ook al zult u straks moeten aanvaarden, dat wéér Amerika hem roept, om ook daar de ‘Eeuw van Christus’ op te trekken.
Groot werk wacht hem daar en hen die hem volgen met de anderen, die zojuist hun taken hebben aanvaard.
Wees niet geslagen, niet bedroefd, u goeden van geest, omdat u uw ‘Evolutie’ thans mist, weet nu, dat wij er niet het minst op bouwden, omdat wij wisten waarheen dit werk zou gaan.
U allen hebt gekregen waarnaar u verlangde, een contact, begrepen werd het geen seconde!
André wéét het, afbraak, verguizing en bezoedeling wacht hem en de enkelingen die zich staande hebben gehouden.
Maar wij staan achter en ín zijn persoonlijkheid!
Hebt u het anders verwacht?
Of zijt ook u afgestemd op de duisternis?
Aan u allen, dát voor uw eigen leven uit te maken!
Ik zeg u echter: zoek het gemak niet, of laat ons begaan!
Ik moet u toeroepen: aanvaard leed, smart, ellende, bezoedeling en laster, durf voor Golgotha uw leven in te zetten.
Díén nú!
Dien thans voor het geluk van deze zo geslagen mensheid.
Wij zijn door niets tegen te houden.
Ook niets kan André breken, hij kent geen zwakte meer, hij buigt zijn hoofd telkens en telkens weer, omdat hij weet, nú moet het geschieden, híér op aarde!
Mijn broeders en zuster van ‘Evolutie’, álles is goed: ook dit afscheid en de verbreking van uw contact.
Er zijn vele mogelijkheden, die u aantonen, dat dit heengaan noodzakelijk is, omdat tal van verschijnselen het werk hebben gesmoord.
U houdt uw woord niet, u wilt een geestelijk contact, maar voelt niet, dat de grondbeginselen in uw handen gestalte kregen.
Voelt u niet, dat het stof der aarde noodzakelijk is om geestelijke zaken op te trekken?
In uw levens is het gevoel niet, het weten niet, dat ‘bezit’ op aarde achterblijft.
U doet deugd eraan te denken, als aan iets, wat men u tijdelijk geschonken heeft, in bewaring gaf, maar waarvan u het universele nimmer hebt gevoeld.
Ik zal duidelijk zijn, meer menselijker; velen van u droegen dit ‘contact’ niet, zij braken het door hun nonchalantigheid bewust af en gaven het geen ogenblik zekerheid voort te kunnen gaan.
Welaan, laat ons dit ‘geestelijk kindje’ ten grave brengen; ik verzeker u echter, aan ‘gene zijde’ leeft het verder.
Het werd daar opgenomen in een tempel, waar u de woorden kunt lezen: door mij kreeg u … ‘Wijsheid, Kracht en Liefde’
‘De ‘Eeuw van Christus’ lééft verder!
André zal zijn opgedragen taak afmaken.
Zoals hij van u heenging, keerde hij tot uw levens terug, sterker dan ooit te voren.
De goeden hebben er niet aan getwijfeld, zíj weten!
Die vielen roep ik toe:
Sta weer op, u zult tóch weer op móéten staan, doe het tijdens het leven op Aarde.
Dank voor al uw moeite, dank van de meesters!
Er is levensopgang voor u en de uwen, ontwaking.
Ook wij vielen duizenden malen, maar gingen verder, dát bracht óns allen tot Golgotha!
Is dit alles zó onbegrijpelijk?
Aan hen, die buiten dit alles bleven vertrouwen, dank voor uw gevoel vanuit de hemelen.
U kunt het nú weten, zie uw eigen taak, zie uw eigen ik.
Denk veel nu, maar in de goede richting, naar Golgotha!
En eerst daar legt God Zijn beide handen op uw hoofd en zegt:
‘Goed zo, Mijn kind, een overwinning op uzelf behaald is een universeel fundament voor uw leven na de dood.
Bouw aan uw eeuwige rust, leer te dienen!’
O, u kleinen van geest, vergrijp u niet aan geestelijke waarheden, houd het licht voor uw wereld niet tegen door uw dom gepraat, want u kunt het niet.
Wat weet u van occulte wetten af?
De God van al het leven gaf u het licht in uw ogen.
Hoe hebt u ‘ZIJN’ licht gebruikt?
Om het valse van úzelf in anderen te zien?
God gaf u uw mond om te spreken, hoe zijn de woorden die over uw lippen komen?
Vertegenwoordigen zij hartelijkheid, begrijpen, aanvaarden, liefde en geluk?
God gaf u het gevoel om te voelen en te denken, hoe heeft u ‘ZIJN’ dingen aangevoeld, hoe waren uw eigen gedachten toen u kleur moest bekennen voor ‘HEM’?
Sta open voor bereidwilligheid, hartelijkheid, begrijpen, het buigende ‘ik leven’ dat steeds liefdevol is, wilt u opwaarts gaan en hoger komen op de énige weg die uw leven tot God voert.
Nu begint de volgende en nieuwe ‘Evolutie’.
Hiervoor zullen de sterksten onder u hun levensbloed moeten inzetten, willen de ‘Hemelen’ het paradijs van Christus op aarde brengen.
Hebt u, vraag ik u, het anders verwacht?
Niet één ziel kan eraan ontkomen.
De hemelen zijn bevolkt, ook het Goddelijke ‘AL’, doch al die miljoenen vielen, bewust en onbewust, ze werden gebroken onder hun strijd voor het goede, bewustzijn te brengen op aarde.
Christus gaf ons het ‘Goddelijke’ voorbeeld.
Tot straks, mijn kinderen, ik ben dan weer in uw midden, met mij de hoogste engelen uit de sferen van licht, uw en mijn meesters, omdat André’s leven ervoor geschikt is.
Uw meester Zelanus