Amerikareis 2

juni 1947

Jozef ging een tweede keer naar Amerika van juni tot oktober 1947.

Op 6 juni 1947 vertrok Jozef voor de tweede keer naar Amerika, nu met de boot.
Jongchi schildert opnieuw, van het opgebrachte geld gaan wij terug naar Hendrik en Antoon, thans met de Wienerin en één adept.
Jeus van Moeder Crisje Deel 3, 1952
Op een schommelend gevaarte schept Jongchi kunst.
De „Veendam” krijgt een ander kleurtje te beleven en de Kapitein, die zelf schildert, kan alléén zeggen: prachtig en bedankt, Jozef ... de moeite waard is het, eigenlijk te mooi om waar te zijn, maar het is er en de mensen op mijn schip moeten dit beamen!
Jeus schildert de levensbokaal van uw volk, een stuk, zoals hij er een voor het Zweedse Volk heeft mogen schilderen, toen voor het wittebroodje en als dank voor die hulp van dat Volk ná de Oorlog.
Jeus van Moeder Crisje Deel 3, 1952
Hieronder ziet u het stoomschip Veendam II van de Holland Amerika lijn, die voer van 1922 tot 1953.
HIeronder ziet u een gedeelte van de passagierslijst van de Veendam uit het gemeentelijk archief Rotterdam. Op de 3e lijn ziet u dat J.G. Rulof met Anna (de Wienerin) van Rotterdam naar New York reist.
Hieronder ziet u kapitein Lagaay en de dining room van de Veendam. In die dining room schilderde Jozef op 26 juni 1947 het schilderij dat u daaronder ziet. Naar dit schilderij werd in het citaat hierboven verwezen als ‘levensbokaal van uw volk’. Toen het schip gesloopt werd is het paneel uitgezaagd en bewaard gebleven.
Dit prachtige beeld wordt op een deinend schip in twee uur, ’s avonds tussen tien en twaalf, aan de wand van het schip geschilderd en kunnen de mensen bewonderen.
Jeus van Moeder Crisje Deel 3, 1952
Hieronder ziet u Jozef met een van de schilderijen die meester Jongshi door hem vervaardigde tijdens een schilderdemonstratie in de Kiwami-Club van New York in White Plains.
Hieronder vindt u de link naar het artikel uit The Psychic Observer uit Lily Dale, dat geplaatst werd op 10 november 1947. Jozef was dan al teruggekeerd in Nederland, waar hij op 12 oktober 1947 een lezing in Diligentia gaf.