Doorwerken tijdens WO II

Tijdens de Tweede Wereldoorlog ontving Jozef vele boeken waaronder de kosmologie.

Na ‘Tussen Leven en Dood’ ontving Jozef het boek ‘De Volkeren der Aarde door Gene Zijde bezien’.
Het voorwoord van dat boek vermeldt ‘Voorjaar 1941’.
Dat boek werd tijdens de oorlog onder de grond verstopt voor de Duitsers, want daarin werd de ondergang van Hitler voorspeld.
Daarom zegt Jozef tijdens de oorlog tegen een dame die hem op straat vraagt of ze dat boek mag lezen:
Néé, dame, dan staat uw leven op het spel, de boeken liggen ergens onder de grond.
Er is er een bij, die het leven beschrijft van Adolf Hitler en zijn eigen soort.”
De Kosmologie van Jozef Rulof Deel 2, 1944
Jozef vertelde aan vele mensen dat Hitler zou verliezen, maar aan het begin van de oorlog geloofde dat geen mens:
Wanneer Adolf Hitler ook uw land onder controle heeft en gij als mens voor uw volk en uw God kleur moest bekennen, voor het kwade of het goede, de duivel of Christus, en hij België, Frankrijk en de andere volken overwonnen heeft, de mensen zich afvragen of dat beest als mens niet te temmen, niet tegen te houden is, weet Jeus van Moeder Crisje volgens de Kosmische wetten, door de Goddelijke onfeilbaarheid en rechtvaardigheid te voorspellen, dat Adolf tóch, ondanks alles deze strijd zal verliezen.
Maar dat gelooft in 1940 géén mens in Europa en tóch, aan Gene Zijde, wíj zien wat er gebeuren gaat en hóé het einde zal zijn van Hitler en zijn eigen soort die nu overheerst.
Jeus van Moeder Crisje Deel 3, 1952
Onder de oorlog ontving Jozef ook het boek ‘Door de Grebbelinie naar het Eeuwige Leven’, het verhaal van de soldaat Theo die in de meidagen van 1940 in de Grebbelinie sneuvelde.
Om dit in historisch perspectief te plaatsen, volgt hieronder wat informatie over het verloop van de strijd.
Op 10 mei 1940 om 3.55 uur valt het Duitse leger de lage landen binnen.
Een deel van dit leger moet nog op de eerste aanvalsdag de Grebbeberg nemen en Rhenen bezetten.
‘Voor de avond Rhenen bereiken’, dat is de opdracht aan de Duitse 207e divisie, voor de gelegenheid versterkt met het SS-regiment ‘Adolf Hitler’.
De Duitse troepen, tezamen 20.000 man, zetten koers richting Grebbeberg.
Het liep echter anders.
Vanwege hardnekkige tegenstand aan de IJssel en in de omgeving van Renkum bereiken de Duitse soldaten pas in de avonduren Wageningen, de volgende ochtend wordt de aanval op de Grebbelinie ingezet.
De onervaren en slecht bewapende Nederlandse troepen zien zich gesteld tegenover een tegenstander die numeriek in de meerderheid is, in de bewapening veruit superieur en ervaren in het oorlogsvoeren.
Toch weten de verdedigers de Duitsers drie dagen op te houden.
Drie dagen waarin de Grebbeberg en omgeving het toneel is van hevige gevechten, drie dagen die op en om de Grebbelinie het einde betekenen voor honderden militairen.
Vele Nederlanders werden door Duitsland verplicht om te gaan werken in Duitsland.
Ook Jozef ontving een oproepingsbrief:
Vanmorgen schrikt de Wienerin, Anna weet niet wat ze moet denken, maar Jeus heeft een briefje gekregen van de Duitsers, ze willen hem naar „das Stolzenfels am Rhein” voeren om daar te werken.
Jeus van Moeder Crisje Deel 3, 1952
In het kader van de ‘Arbeitseinsatz’ werden honderdduizenden Nederlanders gedwongen tewerkgesteld in Duitsland, meer dan dertigduizend van hen kwamen om door honger, ziekte, mishandeling en oorlogsgeweld.
Boven: Mannen via de Montignylaan afgevoerd bij razzia Rotterdam.
Bron: nos.nl - beeldbank WO2 Niod - H.F. Grimeyer.
Alleen wie ziek of thuis onmisbaar was, ontsnapte aan de totale arbeidsinzet.
Om hieraan te voldoen brachten de meesters Jozef in de epileptische slaap tijdens het bezoek van de keuringsarts:
Ik zeg: ‘Er komt een dokter, ik zie hem, daar heb je hem.’
Ik keek door de huizen heen.
Ik zeg: ‘Doe gauw open.’
Ik met een vaart in bed, hè.
Als ik dat allemaal nu zelf was, zou u denken dat Gene Zijde mij hielp?
Als ik boeken moet schrijven ...
Ze zeggen weleens: ‘Die zit dat allemaal zelf te kalken.’
Ik heb honderd miljoen bewijzen dat ik het nooit ben.
Ik ben het ook nooit.
Ik vlieg in bed, ik zeg: ‘Laat hem even wachten.’
Machine weg, de deur ging open en die man die rent direct naar de kamer: ‘Waar is de zieke?’
Ik lig daar in bed, ze zeggen: met zó’n hoofd.
Meneer Reitsma, ik was op datzelfde moment epileptisch.
Ik was in de diepste lichamelijke trance die er maar is, ik werd ...
Mijn ogen waren op slag geel, bloed in mijn ogen en geen ademhaling meer, die man die kijkt.
‘Huh, huh, huh.’
‘Zeg eens wat’, zegt hij.
‘Huh huh huh, (met moeite zacht fluisterend) ik kan niet praten.’
Ik had geen stem meer, niets meer.
En tussendoor dat alles dacht ik: Wat is dat echt.
(gelach)
Ja, ik zag mijn lijk-ogen.
En hij vloog de deur uit.
Ik denk: Man, wat ben je ernaast.
Hij naar een kennis van hem, die mij kende.
Hij zegt: ‘Nou ...’
Een uur daarna kwam er al melk, kwam er boter, kwamen er bloemen.
‘Jozef is ziek!’
‘Ja’, zegt die man, ‘en dat ziet er verkeerd uit.
Die man heeft bloedende kanker.’
Want hij had het gehoord.
‘Heb je een maagbloeding gehad?’ zei hij.
Ik zeg: ‘Ja, voor vijf dagen terug een hele grote.’
‘Ja’, zegt hij, ‘nou, dat is erg, hoor, maar kalm houden, hoor.’
Héél ging het door Den Haag heen: Jozef Rulof heeft kanker.
‘En nou heeft hij lekker zelf een dokter nodig.’
Dat waren de spiritualisten.
Hij was de deur nog niet uit, de deur dicht; ik naar de machine.
Meester Zelanus zegt: ‘Wij gaan beginnen.’
Weg, weg epileptische slaap en trance, weg geel uit mijn ogen, weg, bloed eruit.
Toen ging ik eerst zitten, ik zeg: ‘Had ik nu maar een sigaretje’, die hebben we niet, ‘want ik moet eerst bijkomen.’
Ik zeg: ‘Wat zijn ze knap.
Wat is dat knap, meester Zelanus.’
Hij zegt: ‘Ja, dat is nu nog maar meester Alcar.
Maar daar was dokter Brands bij en meester Cesarino was erbij.’
Hij zegt: ‘Maar ze brachten je in de schijndood.’
In de bewuste schijndood brachten ze mij, zo diep, dat die man zweerde (zwoer) ...
Ik heb hem later nog gesproken na de oorlog, hij zegt: ‘Meneer, honderd procent bloedende kanker had u, want de ogen, en alles, waren aan het sterven.’
Ik zeg: ‘Meneer, het was in een seconde weg.
Vindt u dat niet leuk?’
Toen zegt hij: ‘Nou, als ze mij nou eens durven te zeggen dat u geen bijzonder ... en geen trance- ... of wat dan ook bent ...’
Hij zegt: ‘Ik heb het meegemaakt.’
Ik zeg: ‘Twee minuten daarna zat ik aan de tafel, en we gingen verder.’
Zes weken moest ik in huis blijven, nietwaar, zes weken lig je.
Die man kwam niet meer, ik kreeg lekker melk, ik kreeg eten en drinken.
En ik denk: ja, hadden ze er nu ook maar een doosje sigaretten bij gegeven.
Maar die hadden ze niet.
Maar eten en drinken.
Ik zeg: ‘Dokter, wil je ook wat hebben?’
Nou, dan krijgen die mensen wat.
Want ik kreeg dubbel voeding; wilde ik niet eens hebben, had ik niet eens nodig.
Wij zijn klaar met die twee boeken ...
Toen schreven wij in zes weken ‘Geestelijke Gaven’.
Vraag en Antwoord Deel 2, 1951
Onder de oorlog ontving Jozef ook het boek ‘Geestelijke Gaven’.
Het voorwoord van dat boek vermeldt 1943.
Hierna begon Jozef aan de geestelijke reizen voor de kosmologie, terwijl de V2’s over zijn huis daverden:
Toch leeft hij tussen de V2’s, lijdt hij honger en gebrek, maar waarvan hij nu weet, dat hierdoor de grootste dingen ontstonden; de mens levende onder weelde en geluk, krijgt dit niet, kan dit niet verwerken, dus ook dit hoort erbij voor Jeus.
Jeus van Moeder Crisje Deel 3, 1952
Hij ligt wakker en mediteert, maar de V2’s vliegen over zijn hoofd, hij is vanuit het waarachtig Goddelijke in ’n hel gestapt, maar voelt, hij moet er doorheen, hij zál dit overwinnen.
Jeus van Moeder Crisje Deel 3, 1952
De eerste twee V2-raketten zijn vanuit Wassenaar afgevuurd om hun verwoestende werk in Londen te verrichten. Niet alleen naar Londen werden de V2’s gelanceerd, minder bekend is dat op Antwerpen meer dan 1600 V2’s werden afgeschoten. De V2-raketten hebben Den Haag en omgeving maandenlang geterroriseerd. Tussen 8 september 1944 en 27 maart 1945 zijn meer dan duizend V2’s afgevuurd vanuit verschillende plaatsen in en om Den Haag. Elf projectielen zijn kort na de lancering neergestort in de stad en hebben enorme verwoestingen aangericht. Het kostte meer dan zestig personen het leven.
Boven: Een V2-raket stijgt na lancering loodrecht op.
Bron: https://www.bb45.nl
Onder: Een V2-raket wordt voor lancering rechtop geplaatst op een ijzeren richttafel van een Meillerwagen.
Bron: https://www.bb45.nl
In Londen veroorzaakten de raketten aanzienlijke schade. Dit had tot gevolg dat de geallieerden op alle mogelijke manieren probeerden de lanceringen te verhinderen. Met grote regelmaat werden aanvoerroutes, opslagplaatsen en lanceerinstallaties gebombardeerd. In Den Haag en omgeving stonden de 500.000 bewoners onder grote psychische druk, omdat zij gevaar liepen het leven te verliezen als gevolg van de V2-lanceringen en bombardementen. Bewoners, die ook al leden onder de hongerwinter, de razzia’s en de kolenschaarste. Iedere bewoner voelde de spanning: ging de V2 door of stortte hij neer. Maar het ergste waren wel de bombardementen, waarvan het grote bombardement op het Bezuidenhout van 3 maart 1945 de bekendste was. Het bombardement was een reactie van de geallieerden om de verplaatsbare lanceerinstallaties en opgeslagen V2-wapens in het Haagse Bos in één keer van de aardbodem weg te vagen.
Onder: Schade na inslag van een vroegtijdig neergestorte V2-raket in de Indigostraat in Den Haag op 1 januari 1945. Bron: https://www.bb45.nl
Temidden van deze ellende, ontvangt Jozef de kosmologie:
Het is november 1944 ... de zeventiende ... dat hij ’s avonds in het keukentje meester Alcar ziet en hoort en zijn meester tot hem zegt:
Jeus van Moeder Crisje Deel 3, 1952
„De indeling van de Kosmologie van Jozef Rulof.
Jeus van Moeder Crisje Deel 3, 1952
Op de eerste bladzijde van de kosmologie wordt de situatie waarin Jozef en zijn tijdsgenoten leven als volgt beschreven:
We leven in 1944.
Europa staat in brand, de mens leeft in koude en ellende, te midden van afbraak, heeft gebrek aan alles.
Steden worden met de grond gelijk gemaakt, miljoenen mensen gemarteld en tenslotte vergast en God zwijgt!
Christus laat Zijn kinderen alleen?
Onder deze omstandigheden leeft ook André, het instrument van de meesters, maar hij heeft een Universeel contact, hij staat in verbinding met de afgezanten van God, Die ook nu nog een Vader van Liefde is!
Miljoenen mensen kunnen dat niet meer aanvaarden, immers, hoe kan God dit goedvinden?
De Kosmologie van Jozef Rulof Deel 1, 1944
Vanaf december 1944 kan men spreken van de hongerwinter in Nederland. In september 1944 waren de Duitsers verslagen in Zuid-Nederland. De geallieerden, hard op weg om ook de rest van Nederland te bevrijden, stuitten op heftige Duitse tegenstand bij Arnhem. Hierdoor konden de geallieerden de Rijn niet over en bleef het westen en noorden van Nederland bezet. De Nederlandse regering riep vanuit Londen het spoorwegpersoneel op om te staken. Zo konden geen nieuwe Duitse soldaten per trein worden aangevoerd om tegen de bevrijders te vechten. De Duitsers namen onmiddellijk wraak en verboden zes weken lang alle scheepvaartvervoer in Nederland. Er werd bijna geen voedsel en brandstof meer aangevoerd naar bezet Nederland. In oktober 1944 leefden de mensen in de grote steden van West Nederland al op een hongerrantsoen: 1 brood en 1 kg aardappelen per persoon per week. Veel was dat niet, maar het vergt toch een aanvoer van 25.000 ton graan per maand. Van begin november ’44 tot begin december werd er echter maar 9.000 ton vervoerd. Tot overmaat van ramp begon de winter vroeg dat jaar. Bomen werden omgekapt en men sloopte leegstaande huizen om aan hout voor brandstof te komen. De mensen konden zich echter nauwelijks tegen de strenge kou beschermen. Al snel heerste er hongersnood en kondigde zich een catastrofe aan; ruim 20.000 mensen stierven van de honger en de kou.
Hieronder een foto die laat zien hoe nijpend de situatie was begin 1945. Als de gemeentelijke voedselvoorziening niet langer toereikend is, wordt tijdens de hongerwinter op 10 januari 1945 door de Haagse kerkgenootschappen het noodvoedselbureau Interkerkelijk Bureau ’s-Gravenhage en Omstreken (IKB) opgericht. Begin maart dat jaar besluit het IKB een fotodocumentaire te laten maken om de Nederlandse regering in Londen te doordringen van de ernst van de situatie. Menno Huizinga wordt als fotograaf aangetrokken. Het meest schrijnende geval treft hij aan in een gezin waarvan de man in het kader van de arbeidsinzet te werk gesteld is. Door gebrek aan warmte en eten blijft – zoals deze iconische hongerwinter-foto laat zien – soms geen andere mogelijkheid over, dan de dag in bed door te brengen. In ruil voor wat brood heeft de bewoonster haar buren hout weg laten hakken uit de woning. In twee kamers zijn de vloeren totaal verdwenen. Bron: https://historiek.net.