Het schrijvend mediumschap
Door het schrijvend mediumschap van Jozef Rulof kwam de wijsheid uit het hiernamaals permanent beschikbaar op aarde.
In de biografie beschrijft meester Zelanus dat hij al vóór het eerste boek aan de opbouw van het schrijvend mediumschap was begonnen.
Aan de garage was ik reeds begonnen om Jeus gedachten en gevoelens te geven voor het schrijven.
Wij lieten hem daar kladderen, vellen vol, om zijn leven en persoonlijkheid daar op in te stellen, zijn geest voor het schrijven gevoelig te maken.
Nu heeft hij reeds een wereld van wijsheid ontvangen en mogen beleven en toen hij in zijn organisme ontwaakte, wist hij precies waar hij was geweest, Jeus bleef immers bewust wakker achter de kist.
Niets is er van zijn reis verloren gegaan, hij heeft de graden van slaap overwonnen, de „Grote Vleugelen” zijn in zijn bezit.
Hij geeft zijn meester, nu hij in zijn organisme ontwaakt:
„Ik dank u, mijn meester, het was geweldig.”
Voor de crematie is hij op de dag uitgetreden, de rest tijdens zijn nachtelijke uren.
Hij zegt tegen de Wienerin:
„Nu word ik een schrijver.”
„Wat zeg je?”
„Ik word ’n schrijver.”
Ja, is dat wat, Crisje?
Jan Lemmekus, wij beginnen.
Jeus heeft duizenden bewijzen beleefd, zal hij daar nu aan twijfelen?
Maar het is me nogal wat.
Toen hij vijf jaar was, heeft hij deze voorspelling de wereld ingestuurd.
Anneke Hosman en de andere vriendjes, weten het, zij kunnen er nu over vertellen.
Deze voorspelling wordt bewaarheid!
Zo legde meester Alcar voor zevenentwintig jaar terug reeds de eerste fundamenten voor dit gebeuren.
Ook soms telepathie?
Hiervan wist Jeus als kind niets af, deze gedachten werden hem gegeven.
Dat hij een geestelijk schrijver zou worden, is een apart wonder, wie heeft dit, wie bezit deze gaven?
Jeus van Moeder Crisje Deel 3, 1952
Hiermee gaat de voorspelling in vervulling, die Jeus als kind had gedaan en in het eerste deel van de biografie als volgt is beschreven.
Toen een jeugdvriendinnetje aan Jeus vroeg wat hij later ging doen als hij groot was, antwoordde Jeus dat hij boeken gaat schrijven:
„Van eiges, het is me nog al wat”, krijgt ze eerst te horen en dan komt zijn antwoord: „Ik gaot later boe’ke schrie’ve!”
Jeus van Moeder Crisje Deel 1, 1950
Om te komen tot de noodzakelijke diepte van trance voor het schrijven was eerst het schilderend mediumschap ontwikkeld:
Langzaamaan zakt Jeus nu dieper in trance, eerst tussen de vierde en vijfde graad van slaap kunnen wij zélf schrijven, voordien is het nog altijd onder inspiratie.
Jeus is door Wolff, het schilderen zover gekomen.
Jeus van Moeder Crisje Deel 3, 1952
Om de invloed van de persoonlijkheid van Jozef tot een minimum te beperken, vroegen de meesters hem op een schrijfmachine te werken:
Nu stellen wij hem voor het moeilijkste, voor ons het gemakkelijkste, namelijk, wij willen direct op de machine beginnen.
Immers, de pen is een deel van uzelf, dat hebt u in handen, de machine niet en is moeilijker voor een schrijver, voor anderen weer het middel om zich vrij te kunnen concentreren buiten alles en iedere aanraking om, omdat de pen het gevoelsleven direct beïnvloedt, een middel is, dat direct reageert op uw gedachten, maar nog láng geen inspiratie kan zijn.
Omdat u dat van kind af geleerd en gedaan hebt, wordt u beïnvloed door uw pen als middel om te schrijven en willen wij nu voorkomen.
Jeus koopt dan ook zo’n ding van vijfentwintig gulden, ’n leuk oudje, waar hij geen raad mee weet, wij wel.
Hij heeft nog nooit achter zo’n ding gezeten.
U voelt het zeker, wij voeren hem juist verder van zijn eigen kennis en kunde weg, hoe minder hij weet, des te beter kunnen wij door hem werken.
U kent zijn jeugd, de tijd op school en wat hij in de maatschappij geleerd heeft, is niets, hij leerde niks, niets om thans te schrijven, van taal noch teken heeft hij verstand!
Hij kan het niet, weet het ook niet, hij heeft het niet geleerd en thans slaan wij zijn pen ook nog uit handen, hij mag niets voor zichzelf kunnen en is het moeilijkste voor hem, maar wordt het gemak voor ons, wij staan nu niet tegenover zijn stoffelijk geleerd bezit van uw wereld.
Hoe dat geschrijf ook in het begin is, doet er niets toe, wanneer meester Alcar het waarachtige occulte door Jeus kan vastleggen is dat álles, het geschaaf en geslijp voor de stof komt later.
Aan stijl en kunst wordt niet gedacht, dat komt later.
Als Jeus zou zeggen: ik „heef” de hellen gezien, dan is dat waarachtig, maar voor uw oren klinkt het, dat de „Gelderse Achterhoek” tot uw leven praat, maar is voor ons waarheid, doch nu komt het eropaan te schaven en te slijpen en ook dat zal gebeuren.
Jeus krijgt dus geen onderricht van de aarde, hij mag zich geen onderwijs laten geven, wij lopen ons dan te pletter ten opzichte van wat hij heeft geleerd, en wil zeggen; hij denkt, hij doet iets voor zichzelf en hij mag niet denken, niets voor zichzelf doen, wij doen dat dóór hém, wij denken door hem, zijn leven, en is het machtigste wat er is.
Dat hebben geen Boeddha, Krishnamurti en Ramakrishna gewild, niet aanvaard, omdat zij het zélf wilden zijn!
Maar hierdoor zult gij zien, gaat juist Jeus verder en dieper en is thans ten opzichte van de Goddelijke wetten een bruikbaar instrument!!
Doordat Jeus afhankelijk is van zijn meester, hij alles krijgt, is hij tevens het grote wonder, het instrument voor de Eeuw van Christus en Zijn Universiteit!
Jeus van Moeder Crisje Deel 3, 1952
Hieronder ziet u enkele foto’s van Jozef (op latere leeftijd) en de typemachine waarop de boeken tot stand kwamen (tikken voor inzoomen).
De typemachine die hij heeft nagelaten is van het merk Kontinental.











In zijn leven als Jozef Rulof waren alle mediamieke krachten gericht op het ontwikkelen en uitvoeren van het schrijvend mediumschap.
De meesters wilden hun wijsheid in boekvorm doorgeven, zodat deze kennis onafhankelijk kwam te staan van de levenstijd van het medium en men ook na zijn aardse leven deze wijsheid tot zich kon nemen.
Tegelijkertijd gaven de meesters Jozef ook zelf de mogelijkheid om zich door het schrijvend mediumschap het kosmische bewustzijn eigen te maken.
Dat bewustzijn was nog niet aanwezig bij het ontvangen van het eerste boek, toen was zijn gevoelsleven nog als dat van een kind:
Het innerlijke leven van dit medium is als dat van uw kind, hoe kinderlijker des te beter voor ons en het geestelijke contact.
We maken nu gebruik van een taal, die tot zijn leven behoort en zijn hart verwarmt, de taal van zijn eigen gevoelsleven, want ook hierin volgen wij de natuurlijke wetten op, om te voorkomen, dat hij in de sferen gestoord wordt, doordat ik zijn vijfentwintig procent levensgevoel te sterk beïnvloed.
We scheppen er geen behagen in – zoals het oude Egypte wel deed – om de taal stoffelijk diep te maken, wij spreken in een eenvoudige taal tot het ongeschoolde kind van God en tot u als intellectueel, want de stof is toch reeds diep genoeg.
Geestelijke Gaven, 1943
Daarom is het eerste boek ‘Een Blik in het Hiernamaals’ in kinderlijke taal geschreven.
Dit uit zich niet alleen in de taal en stijl, maar ook in de inhoud en de begrippen die gebruikt werden.
In de ‘toelichting bij de boeken van Jozef Rulof’ noemen we dit het maatschappelijke denken.
Voordat Jozef de verklaringen op zielsniveau in ‘De Kosmologie van JozefRulof’ kon verwerken, was er een lange weg te gaan.
Om daar te komen werden eerst twee persoonlijkheden uit de vorige levens van Jozef wakker gemaakt, de geleerde André en de tempelpriester Dectar.
Dankzij die en vele andere levens had het medium zijn mediamieke gevoeligheid én zijn gevoelsgraad bereikt die afgestemd is op de lichtsferen:
Onze mediums hebben zich in vorige levens de gevoelsgraad van thans eigen gemaakt, hierdoor is het mogelijk voor ons hen als instrumenten te gebruiken.
Ons gaat het om het schrijven, want wij bereiken u erdoor, daar we weten, dat ge toch niet door de astrale kunst zult ontwaken.
Geestelijke Gaven, 1943
In de tempels van het oude Egypte had Dectar geleerd om zijn gevoelsconcentratie bewust te splitsen.
Voor het schrijvend mediumschap van Jozef wordt deze verworven beheersing aangewend.
Hierbij wordt het lichaam wakker gehouden met 25% gevoel, zodat het niet in slaap valt.
Meester Zelanus legt uit dat hij de andere 75% gevoelskracht overneemt om door het lichaam te kunnen schrijven:
Wanneer dit schrijven een aanvang neemt is uw bewustzijn voor vijfenzeventig procent uitgeschakeld, omdat u zelf vijfentwintig nodig heeft om uw lichaam te voeden en in werking te houden.
Door uw organisme wordt er nu geschreven, maar u bent nog altijd één met uw kleed en blijft op kracht, omdat wij eigenlijk buiten uw aardse verbinding staan.
Toch moeten wij al die stoffelijke stelsels van u overnemen en beheersen, erdoor werken; we denken en we voelen door uw organisme en leggen vast wat wij aan u willen doorgeven.
In deze toestand komen we tot grote hoogten en kunnen nu alles bereiken.
Geestelijke Gaven, 1943
In 1944 is Jozef als André-Dectar zover gekomen dat hij door die 25% van zijn eigen gevoelsleven kan volgen wat door meester Zelanus geschreven wordt:
André kan nu mij volgen, kan alles, indien hij dat wil, wij zijn nu zover ontwikkeld, méébeleven.
Vijfenzeventig procent van zijn gevoelsleven heb ik nu voor het schrijven in handen gekregen.
Door de eigen vijfentwintig, waardoor hij dus het organisme voedt, kan hij mij volgen.
De Kosmologie van Jozef Rulof Deel 3, 1944
Toen in de Tweede Wereldoorlog de V-II raketten over Jozef heen denderden, kon zelfs dat wereldse geweld de samenwerking tussen meester en medium niet meer storen.
Maar hiervoor was vijftien jaar ontwikkeling van het schilderend en schrijvend mediumschap nodig geweest:
Vanmiddag hebben wij twintig pagina’s geschreven en het ging vanzelf, stoornissen, ook geen V2’s – zijn er niet.
Ook al vliegen die raketten over ons leven heen, ze storen ons niet meer, wij schrijven verder, wij zijn door de meesters volkomen afgesloten, doch deze ontwikkeling heeft vijftien jaar geduurd!
De Kosmologie van Jozef Rulof Deel 3, 1944